8.
Om de druk te verlagen:
a.
Vergewis u ervan dat de pomp draait.
b.
Draai de hendel van het controlestuurventiel in de
neutrale ("3") stand om de druk weg te halen van de "A"-
poort.
c.
Draai de instelschroef van het ontlastventiel één slag
tegen de richting van de klok in.
d.
Zet de hendel van het controlestuurventiel in de
voorwaartse ("1") stand.
e.
Draai de instelschroef van het ontlastventiel LANGZAAM
in de richting van de klok tot de druk zich instelt op het
gewenste niveau.
9.
Wanneer de gewenste insteldruk bereikt is, zet de instelschroef
vast met behulp van de borgmoer. Span NIET overmatig
aan.
10. Alvorens de pomp uit te schakelen, draai de hendel van het
controlestuurventiel in de intrek ("2") stand om de druk op de
"A"-poort te verlagen. Zet de hendel vervolgens in de neutrale
("3") stand. Controleer of de meter nul (0) bar aangeeft.
11. Schakel de pomp uit.
Enkel VM33L & VM43L:
1.
Plaats een 0-1 bar meter in de "A"-poort (zie Figuur 10).
2.
Enkel VM43L: Plaats een 3/8" pijpplug op de "B"-poort en
haal deze aan tot 33 Nm.
3.
Draai de borgmoer van het ontlastventiel los om de instelling
van de instelschroef mogelijk te maken.
4.
Zet de hendel van het controleventiel in de neutrale ("3")
stand. Zie Figuur 11 voor de stuurventielposities.
5.
Start de pomp en laat de olie opwarmen.
6.
Zet de hendel van het controlestuurventiel in de voorwaartse
("1") stand. Laat de druk opbouwen.
7.
Om de druk te verhogen: Draai de instelschroef van het
ontlastventiel LANGZAAM in de richting van de klok tot de
druk op de "A"-poort zich instelt op het gewenste niveau.
OPMERKING: Een drukgestuurde terugslagklep in het
borgventielblok zal voorkomen dat de druk wegvalt wanneer
de instelschroef tegen de richting van de klok wordt
ingedraaid. Om de insteldruk te verlagen, volg de procedure
in stappen 8a tot en met 8e.
8.
Om de druk te verlagen:
a.
Vergewis u ervan dat de pomp draait.
b.
Zet de hendel van het controlestuurventiel tijdelijk in de
intrek ("2") stand. Zet de hendel vervolgens in de neutrale
("3") stand. Dit zalde drukgestuurde terugslagklep
activeren en de druk op de "A"-poort doen afnemen.
c.
Draai de instelschroef van het ontlastventiel één slag
tegen de richting van de klok in.
d.
Zet de hendel van het controlestuurventiel in de
voorwaartse ("1") stand.
e.
Draai de instelschroef van het ontlastventiel LANGZAAM
in de richting van de klok tot de druk op de "A"-poort
zich instelt op het gewenste niveau.
9.
Wanneer de gewenste insteldruk bereikt is, zet de instelschroef
vast met behulp van de borgmoer. Span NIET overmatig
aan.
10. Alvorens de pomp uit te schakelen, draai de hendel van
het controlestuurventiel in de intrek ("2") stand om de druk
op de "A"-poort te verlagen. Zet de hendel vervolgens in
de neutrale ("3") stand. Controleer of de meter nul (0) bar
aangeeft.
11. Schakel de pomp uit.
30