Meetwaarde: Displayvoorbeeld van meetwaarde,
sensor 1.
Sensor 1
xx.xx ppm
xxxx nA
xxxx.x nA/ppm
De volgende data wordt weergegeven:
•
xx.xx ppm = Actuele meetwaarde in ppm
•
xxxx nA = Actuele stroomingang in nA of µA
•
xxxx.x nA/ppm = Sensorgevoeligheid in nA/ppm
of µA/ppm.
Auto test: Het actueel ingestelde testinterval en de
resterende tijd totdat de volgende sensortest wordt
weergegeven.
Dit menu verschijnt uitsluitend wanneer de automati-
sche functie is geselecteerd in het hoofdmenu onder
"Sensor 1" of " Sensor 2".
Aut. test S1
Interval
xx.x day (xx.x dag)
Next test
(Volgende test)
xx.x day (xx.x dag)
•
Interval: Geeft het vooringestelde testinterval
weer. Zie ook
11.9.1 Test sensor (Sensor
•
Next test (Volgende test): Geeft de resterende
tijd in dagen en uren weer tot de volgende auto-
matische testfunctie.
Sensor data: Sensorspecifieke data wordt weerge-
geven. De vervangingsdatum wordt weergegeven
overeenkomstig de kalibratiedatum (EPROM) en
installatiedatum (detectie van nieuwe sensor).
Zie paragraaf
11.9.4 Vervangen/wisselen van een
sensor.
Sensor data
(Sensordata)
Sensor
Slope (Stijging)
... µA/ppm
Montage
... dd.mm.yyyy
(... dd.mm.jjjj)
Change (Vervangen)
... dd.mm.yyyy
(... dd.mm.jjjj)
Voor amperometrische sensoren, wordt
deze datum uitsluitend bijgewerkt wanneer
N.B.
het "New sensor" (Nieuwe sensor)
menu-item wordt geselecteerd.
Settings: (Instellingen) De instellingen voor de
grenswaarden en het alarmrelais worden hier weer-
gegeven zodat de waarden kunnen worden gecon-
troleerd zonder de relevante menu's te kiezen in het
"Setup" (Basisinstelling) menu.
Displayvoorbeelden:
Limit values (Grenswaarden)
LV 1
LV 2
Fail safe
Conf. (Bev.)
Delay (Vertraging)
Hyst.
Alarm relay (Alarmrelais)
Test sensor (Sensor test)
Limit value 2 (Grenswaarde 2)
Fail safe
Delay (Vertraging)
Conf. (Bev.)
Test current (Stroom test) (controleren van de
werking van de stroomuitgangen)
Afhankelijk van de configuratie van de stroomlus kunnen
de stroomuitgangen met de volgende stroomwaarden op
"On" (Aan) worden gezet, waarbij de stroomwaarde aan
het systeem wordt doorgegeven:
test).
•
Keuze uit 0, 10, 20 mA wanneer het standaard
bereik 0-20 mA wordt geselecteerd
•
Keuze uit 4, 12, 20 mA wanneer het standaard
bereik 4-20 mA wordt geselecteerd voor vrij te
configureren stroomlussen
1. Kies het "Test current" (Stroom test) menu door
op [OK] te drukken.
2. Ga naar "Current output 1" (Stroomuitgang 1) voor
sensor 1 of "Current output 2" (Stroomuitgang 2) voor
sensor 2 door op [OK] te drukken.
3. Druk op de [Omhoog] of [Omlaag] knop om de
actuele waarden te selecteren.
4. Selecteer de rij en druk op [OK] om de status in
te stellen van de stroomuitgang met de relevante
waarde op "On" (Aan).
5. Selecteer een andere rij en druk op [OK] om de
voorgaande stroomwaarde uit te schakelen en de
nieuwe waarde op "On" (Aan).
6. Gebruik voor elke stroomwaarde een geschikt
meetinstrument om te controleren of de stroom
aanwezig is op de relevante stroomuitgang.
– Wanneer de relevante stroomwaarde aanwezig
is: Werking is OK.
– Wanneer de relevante stroomwaarde niet aan-
wezig is: De stroomuitgang is defect.
7. Druk op [Esc] om het testmenu te verlaten. Wan-
neer u het menu verlaat, dan worden de meest
recente stroomwaarden voor de sensoren weer
naar het systeem uitgevoerd.
0.50 ppm
1.80 ppm
N.O.
No (Nee)
30 sec(30 s)
0.02 ppm
N.O.
30 sec (30 s)
Yes (Ja)
403