11.11.4 Dempen van het meetwaardedisplay
De gemiddelde waarde generatie van het display
(en daarmee ook de stroomuitgang) kan worden
gewijzigd om het frequent wijzigende meetsignaal te
dempen. Hiermee wordt de weergave van het meet-
signaal voor de stroomuitgang gestabiliseerd.
In het "Sensor 1"/"Sensor 2" submenu, kan de dem-
pingsfactor worden ingevoerd in het bereik 1-60
(fabrieksinstelling: 1 = geen demping).
•
Display S1/S2
– Druk op de [Omhoog] of [Omlaag knop om de
numerieke waarde in te voeren (=aantal meet-
waarden dat wordt gebruikt om gemiddelde te
bepalen).
– Opslaan m.b.v. [OK].
11.12 Acties tijdens bedrijf
11.12.1 Displayopties
Display met twee parameters
Cl2
Cl2
0.30
ppm
0.35
ppm
Groot display van meetwaarden voor beide senso-
ren. De kopregel in inverse geeft de twee sensoren
links en rechts uitgelijnd aan.
De waarde voor sensor 1, links weergegeven,
wordt op de eerste rij weergegeven en de waarde
voor sensor 2, rechts weergegeven,
wordt weergegeven op de tweede rij onder de kopre-
gel.
Weergave met één parameter
Cl
2
0.30
ppm
Groot weergave van de meetwaarde.
De geselecteerde sensor wordt aangegeven in de
kopregel.
406
Alarmmeldingen
Een sensorspecifiek alarm refereert aan de sensor
die knippert in de kopregel. Alarmen die niet aan
sensoren zijn gerelateerd, worden weergegeven op
de onderste rij. Er is geen knipperend display voor
dit type alarm.
Wanneer verschillende alarmmeldingen worden
weergegeven, dan kunnen deze worden doorgebla-
derd m.b.v. de [Omhoog] of [Omlaag] knop. Ze wor-
den vermeld in chronologische volgorde. De gese-
lecteerde alarmmelding wordt inverse weergegeven .
Het systeem schakelt dan naar de eerder ingestelde
displayoptie.
Display voor actieve alarmen met twee
parameters
Cl
Cl
2
2
0.30
4.00
Alarmrij 1
Alarmrij 2
De sensoren worden weergegeven in de kopregel,
links en rechts uitgelijnd, met de meetwaarden voor
de sensoren die daaronder worden opgesomd.
Afhankelijk van de betrokken sensor, zal de helft van
de kopregel knipperen in geval van een alarm.
Display voor actieve alarmen met één parameter
Cl
2
0.30
ppm
Alarmrij 1
Alarmrij 2
Groot weergave van de meetwaarde.
De geselecteerde sensor wordt aangegeven in de
kopregel.
Display met geactiveerd alarm en grenswaarden
Cl
Cl
2
2
0.30
A
1 2
ppm
4.00
A
1 2
ppm
Geactiveerde alarm- en grenswaarden voor
sensor 1 of 2 worden weergegeven in symbolen
naast de relevante meetwaarden.
Sensoren 1 en 2 hebben elk twee grenswaarderelais
en er kan een alarmwaarde worden geactiveerd voor
elke sensor.