Laat kinderen niet in de buurt van het gereedschap komen.
4.
Bescherm tegen regen.
5.
Voor binnengebruik bestemd, bescherm tegen water en
6.
vocht.
Let op, scherpe elementen!
7.
Gebruik beschermende handschoenen.
8.
Recyclage.
9.
Tweede veiligheidsklasse.
10.
Selectief inzamelen.
11.
Accucellen niet in het vuur werpen.
12.
Ze vormen een bedreiging voor het watermilieu.
13.
Het opwarmen boven 50°C niet toelaten.
14.
OPBOUW EN TOEPASSING
De schijfzaag is een elektrogereedschap door de accu
aangedreven. Het toestel wordt door een cummutator motor
met constante stroom met permanente magneten aangedreven
tezamen met wielmechanisme. Zulk soort elektrogereedschap
wordt breed gebruikt voor het snijden van hout en houtachtige
materialen. Het is verboden om het voor het snijden van
stookhout te gebruiken. Pogingen van gebruik voor andere
doeleinden worden beschouwd als onjuist gebruik. Gebruik de
zaag alleen met de juiste snijschijven met hardmetalen tanden.
De zaag wordt ontworpen voor allerlei lichte werkzaamheden
in de garages en amateursmatige werkzaamheden (knutselen).
Gebruik het elektrogereedschap alleen in overeenstemming
met het beoogde doel.
BESCHRIJVING VAN GRAFISCHE PAGINA'S
De onderstaande nummering heeft betrekking op de elementen
van het toestel weergegeven op de grafische pagina's van deze
gebruiksaanwijzing.
Stofuitlaat
1.
Bovenste afscherming
2.
Blokkadeknop van de hoofdschakelaar
3.
Hoofdschakelaar
4.
Hendel
5.
Voorste handgreep
6.
Verlichting
7.
Snijschijf
8.
Kraagmoer
9.
Bevestigingsschroef van de snijschijf
10.
Onderste afscherming
11.
Geleider van de snijdiepte
12.
Hoofdhandvat
13.
Bevestiging van de accu
14.
Blokkadeknop van de spil
15.
Voet
16.
Draaiknop van de blokkade van de voet
17.
Indicatie van de snijlijn voor 45°
18.
Indicatie van de snijlijn voor 0°
19.
Schroef van de blokkade van de evenwijdige geleider
20.
Knop van de bevestiging van de accu
21.
Accu
22.
Oplader
23.
LED diodes
24.
Knop van de indicatie van de oplaadstatus van de accu
25.
Indicatie van de oplaadstatus van de accu (LED diode).
26.
Draaiknop van de blokkade van de snijdiepte
27.
Evenwijdige geleider
28.
* Er kunnen verschillen tussen de afbeelding en het product optreden.
OMSCHRIJVING VAN DE GEBRUIKTE GRAFISCHE TEKENS
LET OP
WAARSCHUWING
MONTAGE/INSTELLINGEN
INFORMATIE
UITRUSTING EN ACCESSOIRES
Evenwijdige geleider - 1 st.
1.
Zeskant sleutel
2.
WERKVOORBEREIDING
ACCU PLAATSEN / VERWIJDEREN
• Druk op de bevestigingsknoppen van de accu (22) en trek de
accu (21) naar beneden (afb. A).
• Plaats de opgeladen accu (22) in de bevestiging van de accu
(14) in het hoofdhandvat (13) zodat de knoppen van de
blokkade een geluid geven (21).
ACCU OPLADEN
Het toestel wordt tezamen met gedeeltelijk opgeladen accu
geleverd. Het opladen van de accu dient in de temperatuur
tussen 4
0
C - 40
0
C te gebeuren. Een nieuw accu of een door
een langere periode niet gebruikte accu gaat de volledige
aandrijvingsvermogen na ong. 3 - 5 oplaadbeurten bereiken.
• Verwijder de accu (22) uit het toestel (afb. A).
• Steek de oplader in het stopcontact (230 V AC).
• Schuif de accu (22) in de oplader (23) (afb. B). Controleer of de
accu juist geplaatst werd (tot het einde ingeschoven).
Na aansluiting van de oplader op het netwerk (230 V AC) gaat
de groene diode (24) op de oplader branden, wat het aansluiten
van de spanning weergeeft.
Na het plaatsen van de accu (22) in de oplader (23) gaat de rode
diode (24) op de oplader branden, wat het opladen van de accu
weergeeft.
Tegelijkertijd gaan de groene diodes (26) van de indicatie van
de oplaadstatus met een pulslicht in verschillende combnaties
branden (zie eronder).
• Pulslicht van alle diodes - de accu is leeg en moet worden
opgeladen.
• Pulslicht van 2 diode's - accu is gedeeltelijk leeg.
• Pulslicht van 1 diode - accu is bijn volgeladen.
Als de accu vol is, gaat de diode (24) op de oplader met een
groen licht branden en alle diodes van de indicatie van de
oplaadstatus van de accu (26) gaan met een constant licht
branden. Na een bepaalde tijd (ong. 15 sec.) gaan de diodes van
de oplaadstatus van de accu (26) dimmen.
De accu mag niet langer dan 8 uur worden opgeladen. De
overschrijding van deze tijd kan een beschadiging van de
cellen van de accu als gevolg hebben. Na het volladen van de
accu gaat de oplader niet automatisch uit. De groene diode op
de oplader gaat steeds branden. De diodes van de indicatie
van de oplaadstatus van de accu gaan na een bepaalde tijd
dimmen. Voordat de accu uit de oplader weg te nemen,
onderbreek de verbinding met de spanning. Vermijd korte,
opeenvolgende oplaadbeurten. Laad de accu's niet bij na een
kort gebruik van het toestel. Een aanzienlijke verkorting van
de tijd tussen de nodige oplaadbeurten houdt in dat de accu
verbruikt en uitgewisseld dient te worden.
Tijdens het oplaadproces raken de accu's zeer heet. Begin nooit
met het werk als de accu pas opgeladen werd – wacht totdat
126
- 1 st.