de categorie CAT7 of hoger wordt aanbevolen. De LAN-
kabel moet door de linkeropening van de Wallbox wor-
den gevoerd om deze op de LAN-bus aan te sluiten.
3.6
Besturing van werkelijk vermogen
Zie Afb. 3
De besturing van het werkzaam vermogen volgens de
richtlijn conform VDE AR-4100 moet als volgt worden
aangesloten.
De twee kabels van de radiobesturingsontvanger – de
toewijzing speelt hier geen rol – moeten in deze stekker
(positie 3 en 4) worden gevoegd (max. kabeldoorsnede
1,5 mm²).
3.7
Instelling DIP-schakelaars
GEVAAR
Hoge spanningen.
Gevaar voor een dodelijke elektrische schok.
u
u
Controleer of er geen spanning aanwezig is.
De elektriciteitsinstellingen van het laadstation worden
met DIP-schakelaars geconfigureerd.
Afb. 5
DIP-schakelaar links/ON = 1
DIP-schakelaar rechts/OFF = 0
DIP-schakelaar fabrieksinstelling:
D1
D2
D3
D4
Off
Off
Off
On
AANWIJZING
Wijzigingen in de instellingen van de DIP-schakelaars
worden pas actief nadat het laadstation opnieuw is
opgestart.
De DIP-schakelaars moeten daarbij zo worden gepro-
grammeerd dat het hierna weergegeven uitgangsvermo-
gen voor de 1- en 3-fasige laadwerking met de gewenste
stroomsterktes kan worden ingesteld (D1-D6).
D1
D2
D3
[A]
Beschrijving
0
0
0
32
Leveringstoestand
0
0
1
10
1
0
0
13
5111233A_ISI_Next
D1
D2
D3
[A]
1
0
1
16
0
1
0
20
0
1
1
25
1
1
0
8
1
1
1
0
D4
0= geen begrenzing voor asymmetrische be-
lasting bij 1-fasig laden,
1= begrenzing voor asymmetrische belasting
op 16 A en D1-D3 > 20 A (voor CH en AT)
D5
0= geen begrenzing voor asymmetrische be-
lasting bij 1-fasig laden,
1= begrenzing voor asymmetrische belasting
op 20 A en D1-D3 > 25 A (voor D).
D6
1= TN/TT-net
0= IT-net (alleen 1-fasige aansluiting op het
net mogelijk).
3.8
Eerste inbedrijfname
Veiligheidstest
3.8.1
Documenteer de test- en meetresultaten van de eerste in-
D5
D6
bedrijfname overeenkomstig de geldende installatieregels
On
On
en normen.
Geldig zijn de lokale bepalingen met betrekking tot ge-
bruik, installatie en milieu.
Startprocedure
3.8.2
u
Verwijder materiaalresten uit het aansluitgedeelte.
u
Controleer vóór het starten of alle schroef- en klem-
verbindingen goed vastzitten.
u
Monteer de onderste afdekking.
u
Bevestig de onderste afdekking met de montage-
schroeven; draai de montageschroeven voorzichtig tot
aan de aanslag vast. Zie Afb. 1.
Schakel de netspanning in.
u
Beschrijving
– Startsequentie wordt geactiveerd (duur maximaal 60
seconden).
– Het witte looplicht gaat omhoog / omlaag. Zie be-
drijfsstatus N2.
Afb. 6
u
Voer de controle van de eerste inbedrijfname uit en
leg de meetwaarden vast in het testrapport. De laad-
Demo-modus: laden niet mo-
koppeling dient als meetpunt en een EV-simulator
gelijk
dient als meethulpmiddel.
u
Simuleer en test de afzonderlijke bedrijfs- en beveili-
gingsfuncties met de EV-simulator.
u
Sluit de laadkabel op een voertuig aan.
– De led verandert van groen in knipperend blauw.
4
Afb. 7
5
De Webasto Next is conform de relevante richtlijnen, ver-
ordeningen en normen voor veiligheid, EMC en milieu-
vriendelijkheid ontwikkeld, geproduceerd, getest en gele-
verd.
Hierbij verklaart Webasto Roof & Components SE dat de
radiozendinstallatie van het type "laadstation Webasto
Next" voldoet aan richtlijn 2014/53/EU.
De volledige text van de EU-conformiteitsverklaring is on-
line beschikbaar op:
https://webasto-charging.com/documentation.
Montage
Conformiteitsverklaring
NL
63