DK40Q, DK60Q, DK100Q,
NL
DK120Q, DK50HLQ
WAARSCHUWING -
Veiligheidsvoorschriften
1. De krik mag alleen bediend worden door opgelei-
personeel dat deze handleiding heeft gelezen en
begrepen.
2. Vermijd overbelasting. De capaciteit mag niet over-
schreden worden.
3. De krik mag alleen gebruikt worden op een effen,
vlakke en stabiele ondergrond.
4. De wielen van het voertuig moeten naar voren
gericht zijn en op de rem staan of geblokkeerd zijn.
5. Verplaats of transporteer het voertuig niet met be-
hulp van de krik.
6. De krik is uitsluitend een hefwerktuig. Ondersteun
het voertuig altijd met goedgekeurde steunbokken
voor er onder het voertuig gewerkt wordt.
7. Til het voertuig alleen op aan de hefpunten van het
voertuig die voorgeschreven zijn door de fabrikant
of alleen centraal op het hefzadel.
8. Het is verboden zich op te houden in, op of onder
een voertuig dat opgetild wordt of alleen onderste-
und wordt met een krik.
9. Gebruik alleen originele toebehoren en originele
reserveonderdelen.
10. De krik - waaronder het overdrukventiel - mag niet
gewijzigd worden.
11. Het niet in acht nemen van deze waarschuwingen
kan ertoe leiden dat de lading naar beneden valt of
dat de krik het begeeft en dit kan leiden tot letsels
of beschadigingen aan het materiaal.
Montage
Monteer de beugelgreep op de hendelstang waarbij de
inwendige tap in de uitsparing in de stang grijpt. Duw
de stang zo ver in de beugelgreep dat de schroef en
moer gemonteerd kunnen worden (gebruik een rubbe-
ren hamer om de plaatsing van de beugelgreep aan te
passen).
Breng daarna de hendelstang in het knikstuk met de
loodrechte uitsparing naar achteren zodat de schroef
van het knikstuk in de uitsparing klikt.
Bediening
Optillen: Pomp op en neer met de hendel. Gebruik vol-
ledige pompslagen.
Laten zakken: Trek de hendel omhoog en draai daarna
voorzichtig naar links.
Onderhoud
Onderhoud en reparaties mogen enkel uitgevoerd
worden door gekwalificeerd personeel
Dagelijks: Controleer de krik op beschadigingen.
Maandelijks: Smeer alle beweeglijke delen in met een
beetje olie.
Bijvullen van olie: Pomp en cilinder vormen én ge-
sloten systeem en bijvullen van olie is enkel nodig in
uitzonderlijke gevallen. Om het oliepeil te controleren
moet de pomp uit de krik halen:
1. Pomp de krik halverwege omhoog.
2. Hou de hendel vertikaal en blokkeer de zuigerstang
(39) in de kleinste positie d.m.v. én vijs (of iets gelijka-
ardig) door het gat in de ontgrendelingshaak (47). Pas
op voor de veer.
3. Verwijder de hendel en het kantelmechanisme,
alsook twee schroeven (8) boven op het liftframe.
4. Draai de schroef (30) los en ontkoppel de zuiger-
stang en het basisframe door het liftframe op te tillen.
5. Neem de losse, complete pomp uit het liftframe.
Het correcte oliepeil is bereikt wanneer de olie tot aan
de onderkant van het gat van de vulstop (28) komt,
met de pomp in verticale positie en de zuigerstang in
de laagste stand. Én teveel aan olie kan de werking
van de pomp belemmeren.
Inhoud: DK40Q/DK60Q:
DK50HLQ/DK100Q/DK120Q:
Elke goede hydraulische olie met viscositeit ISO VG15
mag gebruikt worden.
NOOIT REMOLIE GEBRUIKEN !
Veiligheidsinspectie
In overeenstemming met de nationale wetgeving
- maar minstens één keer per jaar - moet het volgende
gecontroleerd door een expert: beschadigingen, ab-
normale slijtage, de afstelling van het overdrukventiel
en de pomp op lekkages.
Storingzoeken
1. De lading zakt af en toe ongewild: Controleer of er
genoeg speling zit tussen de startbeugel (47) en de
handvatstang. Stel ev. de twee moeren (11) af tot er
1-2 mm speling is zowel als het handvat loodrecht
als horizontaal staat.
2. De krik gaat niet omhoog: Vul bij met olie.
3. De lading zakt: Niet goed sluitende ventielen of
versleten pakkingen. Controleer de kogels en de
ventielzittingen onder de plug (31) en vervang de
pakkingen van de cilinder.
4. De pomp of de cilinder lekken olie: Vervang versle-
ten pakkingen met nieuwe uit pakkingset.
Reserveonderdelen
Vervang versleten of kapotte onderdelen door originele
reserveonderdelen. Mogelijk zijn niet alle belangrijke
onderdelen beschikbaar nadat een model uit productie
is genomen.
Vernietiging
De olie moet afgetapt worden en zoals de wet voor-
schrijft weggegooid worden.
0,8 l
1,3 l