Capaciteitscurves; Richtlijnen Voor Capaciteitscurves; Curvecondities - Grundfos ALPHA1 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

14. Capaciteitscurves

14.1 Richtlijnen voor capaciteitscurves

Elke pompinstelling heeft zijn eigen capaciteitscurve (Q/H-curve).
Een vermogenscurve (P1-curve) behoort bij elke Q/H-curve. De vermogenscurve toont het stroomverbruik van de pomp (P1) in Watt bij
een gegeven Q/H-curve.
De P1-waarde komt overeen met de waarde die kan worden afgelezen van het display van de pomp. Zie afb. 18:
Afb. 18 Capaciteitscurves in relatie tot pompinstelling
Instelling
Pompcurve
PP1
Laagste proportionele-drukcurve
PP2
Hoogste proportionele-drukcurve
(fabrieksinstelling)
CP1
Laagste constante-drukcurve
CP2
Hoogste constante-drukcurve
III
Constant toerental, III
II
Constant toerental, II
I
Constant toerental, I
Voor nadere informatie over pompinstellingen raadpleegt u para-
grafen
7.4 Lichtbalken die de instelling van de pomp weergeven
8. Instellen van de pomp
11. Pompinstellingen en pompcapaciteit.
POWER
AUTO
ADAPT
H
P 1
ON
PP1
CP1
PP2
CP2
II
I
II
I

14.2 Curvecondities

De onderstaande richtlijnen gelden voor de capaciteitscurves op
de volgende pagina's:
Testvloeistof: water zonder lucht.
De curves zijn van toepassing op een dichtheid van
3
ρ = 983,2 kg/m
en een vloeistoftemperatuur van +60 °C.
Alle curves laten gemiddelde waarden zien en moeten niet
beschouwd worden als gegarandeerde curves. Als een speci-
fieke minimale capaciteit vereist is, dan moeten er afzonder-
lijke metingen worden gedaan.
De curves voor toerentallen I, II en III zijn gemarkeerd.
De curves zijn van toepassing op een kinematische viscositeit
2
van υ = 0,474 mm
/s (0,474 cSt).
III
Q
III
Q
363

Hide quick links:

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido