5. Bovenste container
6. Vacuümmeter / Manometer
8. "H"-klasse HEPA H 13 filter
9. Stofcontainer
10. Afschermkap voor inlaat
11. Roestvrij stalen klemmen
12. Trolley
Fig. 4 "Safe Pack" machine
1. Motorblok incl. handgreep
2. Aan / Uit knop
3. Kap uitblaasfilter
4. ULPA U 15 uitblaasfilter
5. Bovenste container
7. "Safe pack" unit
8. HEPA H 13 filter bevestigd in de safe pack unit
9. Roestvrij stalen klemmen
10. Trolley
4 - Veiligheid
Opgelet!!
Controleer of alle klemmen correct geplaatst zijn
en goed werken voor u de machine opstart en gaat
gebruiken.
Knoei nooit met de veiligheidsinrichting.
Controleer steeds of de bescherming en
veiligheidsinrichting correct gemonteerd zijn en goed
functioneren bij het begin van elke werkshift of voordat
u de machine gaat gebruiken. Is dit niet het geval, zet
dan de machine
uit en meld het defect.
Bij het ontwerp en de bouw van de stofzuiger werd in
het bijzonder gelet op de veiligheid van de gebruiker.
Volg steeds de procedures inzake onderhoud en
technische bijstand, alsook de informatie die in deze
handleiding wordt verstrekt.
Maak de machine of de onderdelen ervan nooit schoon
met perslucht.
Open de afvalcontainer in geen geval terwijl de
stofzuiger werkt.
Controleer voor u de stofzuiger aansluit op het
elektriciteitsnet, of de elektrische spanning en
frequentiewaarden overeenkomen met de waarden
vermeld op het typeplaatje van de machine.
Sluit de machine aan op het stroomnet met een goed
werkend aardingscircuit.
Enkel bevoegd personeel mag werkzaamheden
uitvoeren aan de elektrische componenten van de
machine, die daarbij altijd moet worden losgekoppeld
van het stroomnet.
Verplaats de machine nooit door aan het stroomsnoer
te trekken. Dit kan de machine beschadigen en de
gebruiker blootstellen aan elektrische schokken.
5 – Testen, levering, installatie
5.1 - Testen
De machine werd getest in onze fabriek om te
waarborgen dat ze correct werkt.
Tijdens deze fase werden de aanzuigwaarden getest.
Hiermee wordt gewaarborgd dat de machine optimaal
werkt met het oog op de taak waarvoor ze werd ontworpen.
5.2 – Levering en hantering
De machine wordt geleverd in een kartonnen doos.
Controleer de machine bij ontvangst op niet zichtbare
schade. Als u schade vaststelt, moet u onmiddellijk
klacht indienen bij de leverancier.
De machine kan worden opgeborgen bij temperaturen
tussen 0 en 50°C, en een relatieve vochtigheid van 65%.
Voor u de machine opbergt, moet u ze steeds
schoonmaken in overeenstemming met de instructies.
De machine werkt in een temperatuurbereik van -5 tot
+ 50 °C en een relatieve vochtigheid van 65%.
De verpakking moet worden weggeruimd in
overeenstemming met
de van kracht zijnde reglementeringen.
Machines die niet meer worden gebruikt, moeten
worden weggeruimd in overeenstemming met de van
kracht zijnde reglementeringen.
Gebruik enkel goedgekeurde, in de handel
verkrijgbare, niet-brandbare en niet-giftige solvents
voor het schoonmaken van de machine. Roestvrij
stalen onderdelen en accessoires kunnen worden
schoongemaakt in een autoclaaf bij 121 °C.
5.3 - Garantiebewijs
Het garantiebewijs zit verpakt bij de machine.
5.4 – De machine installeren
Opgelet!!
De gebruiker dient erop toe te zien dat de installatie
verloopt volgens alle van kracht zijnde
reglementeringen.
De apparatuur moet worden geïnstalleerd door een
erkende technicus die de instructies in deze handleiding
heeft gelezen en begrepen.
Het vloeroppervlak waarop de machine moet werken,
moet horizontaal, vlak en glad zijn.
Wanneer de machine vanuit een vaste positie moet
werken, dient u te zorgen voor voldoende ruimte er
rond zodat voldoende bewegingsvrijheid gewaarborgd
is en zodat het onderhoudspersoneel eenvoudig
werkzaamheden aan de machine kan uitvoeren.
5.5 – Aansluiten op het stroomnet
Opgelet!!
Controleer of de spanning en frequentiewaarden van het
stroomnet overeenstemmen met de waarden vermeld op
het typeplaatje beschreven in paragraaf 3.1 (typeplaatje)
De installatie en onderhoudswerkzaamheden
aan elektrische onderdelen mogen enkel door
gespecialiseerd personeel worden uitgevoerd.
Sluit de apparatuur aan op een gepaste aarding.
Zorg ervoor dat de stroomtoevoer overeenkomt met die
vermeld op het typeplaatje.
6 – Bediening (Fig. 5)
1. Aan / Uit knop
2. Vacuümmeter / Manometer (enkel "H"-klasse
machine)
7 – Opstarten en uitzetten
7.1 - Waarschuwing
Opgelet!!
Het is verboden voor onbevoegden om de machine te
gebruiken.
7.2 – Opstarten / Uitzetten
Controleer of de machine effectief is aangesloten op het
stroomnet. Controleer in het bijzonder of de elektrische
spanning en frequentiewaarden overeenstemmen met de
waarden vermeld op het typeplaatje. (zie fig. 1)
Sluit de accessoires aan op de aanzuiginlaat. Gebruik de
51