opening naar de inlaat van de container gericht.
Schuif de opening in de speciale stofzak nu zo ver
mogelijk op de inlaat van de container – zonder de zak
te draaien.
Vouw de plastic zak daarna om over de rand van de
container.
Trek het stuk van de plastic zak dat de rand van de
container overlapt strak aan tegen de flens (voor u het
bovenste en onderste deel van de stofzuiger opnieuw
vastmaakt.
Hef het bovenste deel boven de machine uit.
Zet de motor uit.
Zet het bovenste deel op de machine en maak vast met
de sluitklem.
9 – Stofklassen
Gebruik de machine overeenkomstig de geldende
normen.
Ga na voor welke stofklasse uw machine geschikt is (zie
typeplaatje).
De machine mag niet worden gebruikt voor
verschillende categorieën tegelijk, tenzij gebruik wordt
gemaakt van de gepaste accessoires.
Stofklasse "L"
(Licht gevaar – bepaald door EN 60335-2-69). Deze
industriële stofzuiger is overeenkomstig EN 60335-2-69
goedgekeurd voor stofklasse "L" en is geschikt voor
het opzuigen van droog, niet-brandbaar en niet-giftig
stof met MAK>1mg/m? waarden; de schone lucht wordt
terug naar de werkplaats geleid.
Stofklasse "M"
(Medium gevaar – bepaald door EN 60335-2-69). Deze
industriële stofzuiger is overeenkomstig EN 60335-2-69
goedgekeurd voor stofklasse "M" en is geschikt voor het
opzuigen van droog, niet-brandbaar en niet-giftig stof
met MAK>0,1mg/m? waarden; de schone lucht wordt
terug naar de werkplaats geleid.
Stofklasse "M"
(Hoog gevaar – bepaald door EN 60335-2-69). Deze
industriële stofzuiger is overeenkomstig EN 60335-2-69
goedgekeurd voor stofklasse "H" en is geschikt voor
het opzuigen van droog, niet-brandbaar en niet-giftig
stof met alle MAK grenswaarden alsook droog, niet-
brandbaar stof van kankerverwekkende stiffen.
De schone lucht wordt terug naar de werkplaats geleid.
10 – Onderhoud
10.1 - Voorwoord
Opgelet!!
Alle schoonmaak– en onderhoudswerkzaamheden
moeten worden uitgevoerd wanneer de machine is
uitgeschakeld en losgekoppeld van het stroomnet.
De aanzuigeenheid vereist geen bijzonder onderhoud of
smering.
Onthoud echter dat een correct gebruik en onderhoud
essentieel zijn om de veiligheid en goede werking van
de stofzuiger te waarborgen.
Om te waarborgen dat de machine regelmatig en
constant blijft functioneren en om te vermijden dat
de waarborg nietig wordt, mag u enkel echte Nilfisk-
Advance A/S reserveonderdelen gebruiken wanneer u
iets herstelt.
10.2 – Controles en nazicht bij het opstarten
De klant moet de volgende controles uitvoeren om
te waarborgen dat de machine niet werd beschadigd
tijdens het transport.
10.2.1 – Voor het opstarten:
Controleer of de spanning van het stroomnet
overeenstemt met die waarop de machine is voorzien
(zie typeplaatje in paragraaf 3.1 fig. 1);
10.2.2 – Wanneer de machine werkt
controleer of alle luchtafsluitingen perfect afsluiten;
controleer of alle vaste beschermingen efficiënt zijn;
voer zuigtests uit met dezelfde materialen als degene
die tijdens het werken worden opgezogen.
Zo verzekert u zich ervan dat alle onderdelen van de
stofzuiger correct werken.
10.3 – Routineonderhoud
Leef de volgende regels strikt na om te waarborgen dat
de machine steeds betrouwbaar blijft werken.
10.3.1 – Voor elke werkshift
Controleer of alle waarschuwings – en gevarenplaatjes
zichtbaar en leesbaar zijn.
Vervang ze als ze beschadigd of onvolledig zijn.
Controleer of de stofcontainer leeg is.
Maak hem leeg als dat niet het geval is. Zie paragraaf 8.3.
10.3.2. – De stofzuigunit schoonmaken:
Het toestel moet op een praktische en
veilige manier worden schoongemaakt
en onderhouden, zonder daarbij
onderhoudspersoneel of anderen aan risicoʼs
bloot te stellen.
Passende voorzorgsmaatregelen omvatten:
reiniging voor ontmanteling, voorziening van
de nodige uitlaatventilatie op de plaats waar het
toestel wordt ontmanteld, schoonmaak van de
onderhoudsruimte en passende persoonlijke
bescherming.
- Voor toestellen van klasse M en H moet de
buitenkant worden gereinigd door hem te
stofzuigen en schoon te wrijven of te behandelen
met afdichtmiddel voor het toestel uit de
risicozone wordt verwijderd. Bij het verwijderen
uit een risicozone, worden alle onderdelen van
het toestel beschouwd als verontreinigd. De
nodige maatregelen moeten dan ook worden
genomen om verspreiding van stof te voorkomen.
- Het toestel is verdeeld in onderdelen die in een
autoclaaf mogen worden gereinigd en onderdelen
die NIET in een autoclaaf mogen worden
gereinigd.
- Alle onderdelen in roestvrij staal kunnen worden
gereinigd in een autoclaaf bij 121 °C – dit
waarborgt een absolute ontsmetting van de
onderdelen.
- De onderdelen die geschikt zijn voor de autoclaaf,
zijn:
o Trolley
o Stofcontainer
o Filterhouder
o Roestvrij stalen klemmen
o Roestvrij stalen aardkabels
o Schroeven, moeren, enz.
o Bovenste filterkap
o Siliconenrubberen pakkingen voor de
uitblaasfilter
o Alle Acc. buisjes, mondstukken en witte siliconen
slang.
53