Storingen en oplossingen
1.
Vacuümpomp wordt door motorbeveiligingsschakelaar uitgeschakeld:
1.1 Netspanning/Frequentie komt niet overeen met motorgegevens.
1.2 Aansluiting aan motorklemmenstrook is niet juist.
1.3 Motorbeveiligingsschakelaar is niet juist afgesteld.
1.4 Motorbeveiligingsschakelaar valt te snel uit.
Oplossing: Gebruik van een motorbeveiligingsschakelaar met vertraagde overbelasting uitschakeling, die de kortstondige overbelasting bij
starten toestaat. ( uitvoering met kortsluit- en overbelastingschakeling vlgs. VDE 0660 Deel 2 resp. IEC 947-4).
1.5 De pomptemperatuur is te koud.
1.6 De smeerolie heeft een te hoge viscositeit.
1.7 Het olienevelfilterpatroon resp. de olienevelfilterpatronen zijn vervuild.
1.8 De tegendruk in afvoerleiding is te hoog.
2.
Zuigvermogen is onvoldoende:
2.1 Aanzuigfilter is vervuild.
2.2 Zuigleiding te lang en/of te klein in diameter.
3.
Einddruk (max. vacuüm) wordt niet bereikt:
3.1 Lekkage aan de zuigzijde van de vacuümpomp of in het systeem.
3.2 Verkeerde olieviscosieteit.
4.
Vacuümpomp wordt te heet:
4.1 Omgevings- of aanzuigtemperatuur is te hoog.
4.2 Koelluchtstroom wordt verstoord.
4.3 Zie verder de punten 1.6 , 1.7 en 1.8.
5.
De uitgeblazen lucht bevat oliedeeltjes:
5.1 Het olienevelfilterpatroon resp. de olienevelfilterpatronen zijn niet goed gemonteerd.
5.2 Er wordt een niet geschikte olie gebruikt.
5.3 Zie verder 1.7 , 1.8 , 4.1 en 4.2.
6.
Vacuümpomp maakt abnormaal lawaai:
Opmerking: een hamerend geluid tijdens een koude start is normaal en dient bij een stijgende pomptemperatuur na 2 minuten te verdwijnen.
6.1 Koppelingsrubbers zijn versleten (zie onderhoud).
6.2 Het pompenhuis is versleten. (wasbord effect).
Oplossing: Reparatie door leverancier.
6.3 Het regelventiel vibreert.
Oplossing: Ventiel vervangen.
6.4 Lamellen zij beschadigd.
6.5 Zie verder 1.5 en 1.6.
7.
Water in smeerolie:
7.1 Pomp zuigt water aan.
Oplossing : waterafscheider voor de pomp monteren.
7.2 De pomp zuigt meer waterdamp aan dan overeenkomstig de waterdampverdragelijkheid.
7.3 De pomp werkt slechts kortstondig en bereikt daarbdoor niet zijn bedrijfstemperatuur.
Oplossing de pomp na het aanzuigen van waterdamp net zo lang met een gesloten aanzuigklep te laten draaien tot al het water uit de olie
verdampt is.
Opmerking:
Reparatie werkzaamheden: Bij reparatie ter plaatse moet de motor door een elektricien van het net losgekoppeld worden, zodat geen onverwachte
start plaatsvinden kan. Voor reparatie adviseren wij de fabrikant, zijn dochtermaatschappijen of vertegenwoordigingen in de arm te nemen, in het
bijzonder wanneer het eventuele garantie reparaties betreft. Het adres van de betreffende service afdeling kan bij de fabrikant opgevraagd worden
(zie adres fabrikant). Na een reparatie resp. voor de weer inbedrijfsname zijn
de onder " Installatie " gegeven maatregelen voor de eerste inbedrijfsname uit
te voeren.
Opslag: De VCB moet in een droge ruimte met normale vochtigheidsgraad
opgeslagen worden. Bij een relatieve vochtigheid van meer dan 80% adviseren
wij de opslag in een gesloten verpakking met bijgevoegde droogmiddel.
Afvoer: De slijtdelen (welke in de onderdelenlijst zijn zodanig weergegeven)
vallen niet onder normaal afval en dienen volgens de geldende regels te worden
afgevoerd.
Reservdelslista: E 159 ➝ VCB
VCB 20
Geluidsniveau (max.)
dB(A)
Gewicht (max.)
Lengte
Breedt
Hoogte
Olievulling
50 Hz
60 Hz
67
68
kg
23
mm
410
mm
236
mm
168
l
0,35
1.2001
/ P6.5