Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
Gelijktijdig laden van meerdere accu's
Met behulp van het parallel aansluiten, kunt u meerdere accu's tegelijk laden (+ polen verbonden met de rode klem en
- polen aangesloten op de zwarte klem). De accu's moeten dezelfde spanning hebben (12V of 24V). De toe te passen
stroom moet één tiende zijn van het totaal van de capaciteit van de accu's.
Bijvoorbeeld : 1 accu van 55 Ah en een accu van 110 Ah geven een laadstroom van : (55 + 110) / 10 = 16,5A.
Serie laden wordt niet aanbevolen.
GEBRUIK IN STARTER MODUS (START)
Voorzorgsmaatregelen
• Koppel de accu niet los van het voertuig. Het loskoppelen van de accu kan verlies van gegevens veroorzaken en even-
tueel het opstarten onmogelijk maken.
Aansluiten en loskoppelen
• Zet de schakelaar van het apparaat op positie « O ».
• Sluit de kabels van de accu aan, en respecteer daarbij de polariteit en de spanning.
• Koppel nooit de accu los van het voertuig.
• Zet de schakelaar van het apparaat op positie « I ».
• Ga te werk als bij het gebruik als lader,: laat een stroom van 1/5 van de capaciteit van de accu (voorladen enkele
minuten) circuleren.
• Ga naar de bestuurdersstoel van het voertuig om de afstandsbediening te activeren en het voertuig te starten. Nor-
maal voldoet een periode van 5 seconden om te starten. Herhaal indien nodig de handeling.
• Laat, wanneer de motor van het voertuig gelanceerd is, de afstandsbediening los en zet de schakelaar van uw appa-
raat op « O ».
• Koppel dan de klemmen van de accu af.
• In de positie « Electronic Control » beveiligt uw apparaat de boord-elektronica en voorkomt spanningspieken (
<14,8V
: <29,6V). In de handmatige « Manual » positie biedt het apparaat deze beveiliging niet.
BEVEILIGING
Uw apparaat biedt een maximale beveiliging :
- de laadklemmen zijn volledig geïsoleerd
- polariteitsinversie en kortsluiting leveren geen enkel gevaar op.
Een dubbele zekering (Réf : 054547) garandeert de beveiliging.
Het vervangen vergt een handmatige ingreep.
- de beveiliging tegen overladen van de transformator of het opstarten in de laadpositie wordt gegarandeerd door een
hoofdschakelaar aan de voorzijde van het apparaat. Wanneer deze doorslaat, zal er handmatig weer opgestart moeten
worden.
- thermische beveiliging : uw apparaat is beveiligd door een thermostaat (afkoeling ongeveer een kwartier). Een lampje
gaat branden in geval van oververhitting.
GESULFATEERDE OF BESCHADIGDE ACCU'S
De GYSTART apparaten kunnen beschadigde of gesulfateerde accu's niet herkennen.
a) Uw accu is zwaar beschadigd als, tijdens het laden, de naald van de ampère-meter snel naar hoge waarden schiet.
Uw accu is definitief buiten gebruik.
b) Wanneer de accu gesulfateerd is : zet het apparaat op de hoogste stand en controleer regelmatig of de ampère-me-
ter een laadstroom aangeeft. Zodra de laadstroom toeneemt, instellen op de bij uw accu passende laad-sterkte. Als er
na 5 uur geen verbetering optreedt, is uw accu definitief buiten gebruik.
30
GYSTART 12.24T
NL
: