d.
Plaats de veer (item 23, figuur 2) over de pen (item 22,
figuur 2).
e.
Plaats de cilinder (item 20, figuur 2) in de cilinderbehuizing
(item 19) en zet vast met kopschroeven (item 24, figuur
2). Span de kopschroeven aan tot 6-8 Nm [5-6 ft-lbs].
f.
Plaats de fitting en de ontluchting (items 27 en 28, figuur
2) in de cilinder (item 20, figuur 2) en span aan met 8-10
Nm [6-8 ft-lbs].
g.
Plaats twee stelschroeven (item 26, figuur 2) in de
cilinderbehuizing (item 19, figuur 2) en span aan tot 70-
90 Nm [6-8 in-lbs].
18. Haal de ventieldop (item 3, figuur 2) aan tot 43-47 Nm [32-35
ft-lbs].
19. Installeer drie O-ringen (item 13, figuur 2).
20. Monteer de ventiel (onderdeelnr 41, Figuur 1) in de
richting aangegeven in Figuur 1. Voor de installatie van de
inbuskopschroeven (onderdeelnr 42, Figuur 1), breng een
kleine hoeveelheid vet aan op de schroefdraden. Aanhalen tot
8,1-13,6 Nm [6-10 ft/lbs].
HERMONTAGE CONTROLEVENTIEL
1.
Plaats de multipoort-opstelling (indien aanwezig –items 50-
56 en 61-62, figuur 1) door gebruik te maken van vijf inbus-
kopschroeven (item 53, figuur 1). Aanhalen tot 13-16 Nm
[10-12 ft-lbs ].
2.
Op
oudere
versies
drukontlastventiel langs de "B"-zijde, dient men de kogel te
plaatsen, de geleiding, en de veer (items 36, 37, 38, figuur 1)
doorheen de onderzijde van het lichaam (item 34, figuur 1).
3.
Op oudere versies met het extern instelbare drukontlastventiel
langs de "B"-zijde, dient men de kogel te plaatsen, de
geleiding, en de veer (items 36, 37, 38, figuur 1) doorheen
de bovenzijde van het lichaam (item 34, figuur 1). Breng
vervolgens de stelschroef aan (item, 75, figuur 1), alsook de
koperen pakkingen, de borgmoer, en de dopmoer (items 70,
71, 76, figuur 1).
4.
Installeer de o-ringen (onderdeelnr 44, 45) en monteer het
verdeelstuk (onderdeelnr 33, Figuur 1) op de bodem van de
behuizing (onderdeelnr 34, Figuur 1). Voor de installatie van
de inbuskopschroeven (onderdeelnr 40, Figuur 1), breng een
kleine hoeveelheid vet aan op de schroefdraden. Aanhalen
tot 13-16 Nm [10-12 ft/lbs].
5. Plaats de retourleiding en de pakking terug (niet weergegeven).
6.
Monteer de bovenste ventielmontage op de pomp met
behulp van vier inbus-kopschroeven (item 176, Figuur 1).
INSTELLEN VAN HET DRUKONTLASTVENTIEL
1.
Plaats een 0-1035 bar meter op de "A"-poort.
2.
Plaats een 0-413 bar meter op de "B"-poort.
3.
Los de borgmoer van het drukontlastventiel (item 26, figuur 4).
4.
Draai de knop van het drukontlastventiel in de richting van
de klok tot de veerweerstand voelbaar is.
5.
Met een draaiende pomp drukt men de voorwaarts knop in
op de pendelhanger om de "A"-solenoïde te bekrachtigen.
Draai de knop op het drukontlastventiel in de richting van de
klok om de druk te verhogen, of tegen deze richting in om de
druk te verlagen.
zonder
het
extern
instelbare
6.
Van zodra de vereiste drukinstelling is bereikt, spant men
de borgmoer aan (item 26, figuur 4) om de instelling vast te
zetten. Niet te vast aandraaien.
7.
Voor klepmontages zonder extern instelbare "B" kant
ontlastklep: drukknop van de afstandsbediening en
controleer de "B"-poort manometer.
Raadpleeg de tabel aan het begin van pagina 2 voor de
achteruitdruk ( "B"-poort) instelling van toepassing op uw
klepmodel. Als de drukaflezing niet binnen het toegestane
bereik in de tabel valt, vervang de veer (onderdeelnr 38, Figuur
1).
8.
Voor klepmontages zonder extern instelbare "B"-kant
ontlastklep: Los de drukknop van de afstandsbediening en
controleer de "B"-poort manometer.
Raadpleeg de tabel aan het begin van pagina 2 voor de
achteruitdruk ( "B"-poort) instelling van toepassing op uw
klepmodel. Als de drukaflezing niet binnen het toegestane
bereik in de tabel valt, volg de stappen a tot en met c:
a.
Verwijder de dopmoer (item 71, figuur 1) door gebruik
te maken van een 9/16" dopsleutel en los de borgmoer
(item 76, figuur 1). Dit legt de instelschroef bloot (item 75,
figuur 1).
b.
Met behulp van een 5/32" Allen-sleutel draait men de
instelschroef (item 75, figuur 1) in de richting van de klok
om de druk te verhogen, of tegen de richting van de
klok in om de druk te verlagen. Om de instelling vast te
zetten, spant men de borgmoer (item 76, figuur 1) aan
tot to 6-8 Nm 5-6 [5-6 ft-lbs] terwijl men de instelschroef
(item 75, figuur 1) op haar plaats houdt met behulp van
een 5/32" Allen-sleutel.
c.
Plaats de dopmoer opnieuw (item 71, figuur 1) en
span aan tot 7-8 Nm [5-6 ft-lbs] met behulp van een
9/16" dopsleutel. (Span niet overmatig aan omdat
dit de schroefdraad kan afscheuren). Controleer de
drukinstelling en pas aan indien nodig.
WAARSCHUWING: Om mogelijk letsel te voorkomen,
mag men de pomp niet activeren met losgemaakte
koppelingen.
losgemaakte koppelingen alvorens de werkzaamheden te
beginnen.
22
Plaats
metalen
doppen
op
alle