LET OP!
Gebruik alleen de oplader (18) die bij het gereedschap is geleverd. Het gebruik van een apparaat met andere
specificaties kan brand veroorzaken.
LET OP!
LEDS (19) knipperen van rood naar groen om aan te geven dat de oplader een defect heeft.
4.3.1
Waarschuwingen tijdens en na het opladen
•
Tijdens de oplaadfase is het normaal dat de oplader (18) en de batterij (16) warm zijn.
•
Een nieuwe batterij of een batterij die lange tijd niet is gebruikt moet ongeveer 5 keer opgeladen en ontladen worden
alvorens zijn maximum capaciteit te bereiken.
•
Laad de batterij niet op bij een omgevingstemperatuur lager dan 0 °C (32 °F) of hoger dan 45 °C (113 °F).
•
Als de batterij eerder is opgeladen, mag hij niet weer na een paar minuten van gebruik worden opgeladen om de
efficiëntie ervan niet te verminderen.
•
Geen beschadigde batterij gebruiken.
•
De batterij of de oplader niet demonteren.
•
Wanneer de batterij niet op het gereedschap is aangebracht, houd deze dan uit de buurt van geleidende metalen
voorwerpen om elektrische risico's als gevolg van kortsluiting te vermijden.
•
De batterij niet kortsluiten
•
De batterij niet bewaren in de buurt van warmtebronnen, in afgesloten ruimtes of in een potentieel explosieve
atmosfeer. De batterij kan ontploffen of brand veroorzaken.
•
De batterij niet opladen in vochtige omgevingen of in de buitenlucht.
•
De batterij niet gebruiken of opladen in de buurt van warmtebronnen of direct zonlicht.
•
Naarmate de batterijlading afneemt, zal de snelheid van de ketting afnemen.
•
De batterij niet blootstellen aan regen en op een droge plaats bewaren.
•
Het gereedschap, de batterij of de oplader in geen enkele vloeistof onderdompelen.
•
De batterij niet perforeren, hameren, vertrappen, gooien of andere vorm van schade aan de batterij toebrengen.
•
Niet lassen op de batterij.
•
De polariteit van de aansluitingen niet omkeren of de batterij te veel laten ontladen.
•
Sluit de batterij niet aan op een auto-oplaadcontact of sigarettenaansteker.
•
Gebruik de batterij niet met andere gereedschappen dan aangegeven door de Fabrikant.
•
Vermijd direct contact met de lithiumcellen van de batterij.
•
Plaats de batterij niet in de magnetron, of in vaten met hoge temperatuur of hoge druk.
•
Gebruik de batterij niet in geval van vloeistoflekkage.
•
Gebruik de batterij niet in een elektrostatische omgeving (meer dan 64V).
•
Gebruik de batterij niet als deze tekenen van corrosie, een onaangename geur of zichtbare vervorming vertoont.
•
Wanneer de huid of de kleding met de vloeistof van de batterij in contact komen, moet u onmiddellijk met water
afspoelen.
•
Houd de batterijen volledig opgeladen wanneer het gereedschap langere tijd niet wordt gebruikt.
•
Koppel de oplader altijd los van het elektriciteitsnet, wanneer de batterijen zijn opgeladen.
•
Koppel de batterijen altijd los van de oplader, wanneer het opladen is voltooid.
4.4
Verpakking en hantering
De eenheid wordt verpakt door de Fabrikant en in een kartonnen doos naar de dealer getransporteerd.
LET OP!
De
vrachtafhandeling
veiligheidsvoorschriften. Bewaar de kartonnen doos om het gereedschap voor middellange of lange periodes
op te bergen of om het gereedschap ingepakt naar een Erkend Servicecentrum te versturen voor eventuele
reparaties.
5 GEBRUIK VAN HET GEREEDSCHAP
5.1
Voorzien gebruik van het product
Draag geschikte beschermende kleding voordat u met het gereedschap begint te werken en controleer of al diens
veiligheidssystemen en beschermingen in werking zijn en correct zijn gemonteerd.
•
Houd het gereedschap stevig vast en houd met de duim de ontgrendelingsschakelaar (6) ingedrukt.
•
Door de trekker ingedrukt te houden (7), start het gereedschap en de ontgrendelingsschakelaar (6) kan losgelaten
worden.
BELANGRIJK!
Door de trekker (7) los te laten, wordt de ontgrendelingsschakelaar (6) automatisch ingeschakeld en het gereedschap
stopt.
Handleiding voor Gebruik en Onderhoud - Instructies
Originelen Herz.: 00, Datum 30/08/2021
moet
worden
uitgevoerd
overeenkomstig
de
op
de
werkplek
geldende
Pag. 199