3.6
AANSLUITINGEN
AANSLUITING OP HET ROOkkANAAL
De binnenafmetingen van het
rookkanaal mogen niet groter zijn
dan 20x20 of diameter 20 cm.; in
geval van grotere afmetingen of
slechte condities van het rookkanaal
(bijv. barsten, slechte isolatie,
enz.) wordt aanbevolen om in het
rookkanaal een buis van roestvrij
staal met gepaste diameter te
plaatsen, die even lang is als het
rookkanaal zelf.
NL
194
AANSLUITING OP EEN EXTERNE LEI-
DING MET GEÏSOLEERDE BUIS OF MET
DUBBELE WAND
De binnenafmetingen van de
externe leiding moeten minimaal
10x10 cm of diameter 10 cm, en
maximaal 20x20 of diameter 20 cm
zijn. Intern mogen enkel geïsoleerde
leidingen (met dubbele wand) in
glad roestvrij staal gebruikt worden
(het gebruik van flexibele leidingen
in roestvrij staal is verboden) die op
de wand moeten bevestigd worden.
LEGENDA
1
Windwerende schoorsteenpot
2
Rookkanaal
3
Inspectie
Controleer met daarvoor gepaste instrumenten of een trek van minimaal 5 Pa aanwezig
is.
Zorg op de basis van de schoorsteen voor een inspectie-opening voor de periodieke
controle en de reiniging die jaarlijks uitgevoerd moet worden.
Maak de aansluiting op de schoorsteen hermetisch dicht met de aansluitstukken en
buizen die door ons aageraden worden (met de CE-markering volgens EN1856-2 met
minimumvereisten T200 en P1).
Controleer absoluut of een windwerende schoorsteen is geïnstalleerd volgens de van
kracht zijnde normen.
Dit type van aansluiting verzekert de rookafvoer ook in geval van een tijdelijke
stroomonderbreking.
AANSLUITING OP HET ROOkkANAAL
De verbinding tussen het product
en het rookkanaal of de rookleiding
moet voor een goede werking
een helling van minstens 3% in de
horizontale delen hebben, waarvan
de totale lengte niet meer dan 2/3
m mag bedragen, en het verticale
deel van een T-stuk naar een
ander (voor de verandering van de
richting) mag niet korter dan 1,5 m
zijn.
AQUOS - IDRON