MTD 13AV606F690 Manual Del Usuario página 49

Gebruiksaanwijzing
schroefaansluitingen schenken en
controleren, of ze niet beschadigd
of losgemaakt zijn.
De beschadigde delen voor
inbedrijfzetting vervangen.
Voor iedere inbedrijfzetting
controleren:
•
alle veiligheidsinrichtingen
•
oliepeil in de motor (zie
handleiding voor de motor)
•
brandstofpeil in de tank
•
luchtdruk in de luchtbanden
(zie technische gegevens of
gegevens aan de zijkanten van
de luchtbanden)
•
zijverkleding, aanvullende
aggregaten, omgeving van de
luchtfilter of zij door
grasresten of door ander vuil
niet verontreinigd zijn.
Instelling voor het rijden
LET OP!
Geen bijstelling tijdens werking
van de machine of tijdens rijden
doen.
•
De tractor op de vlakke en
vaste ondergrond afleggen.
•
De instelling bij
uitgeschakelde motor doen.
Bij alle arbeiden op de beweegbare
delen:
•
De motorkap openen en
zekerheidshalve de conector
van de bougie afnemen.
Instelling van het zitbankje van
de chauffeur (optioneel)
afbeelding 14
•
De plaats op het
chauffeurbankje innemen.
•
Het handel voor de
bankjeinstelling naar links
duwen.
•
Het bankje in de gewenste
positie geven.
•
Het handel loslaten en
controleren of het bankje
gearręteerd is.
Grondinstelling van het
maaimechanisme
Gelijkmaking van het
maaimechanisme
LET OP !
De maaimessen zijn scherp.
Tijdens de arbeiden op het
maaimechanisme de handen met
de beschermhandschoenen
beschermen.
Waarschuwing
Voordat men met de gelijkmaking
van het maaimechanisme begint, is
het nodig de luchtdruk in de
luchtbanden de controleren.
Gelijkmaking van voren naar
achteren
Het vooronderdeel van het
maaimechanisme is met een
regelbare aanhanghouder uitgerust,
die een precieze instelling van het
maaimechanisme tussen de voor-
en achterkant mogelijk maakt. De
voorkant van het maaimechanisme
zou om 0,6 tot 1 mm lager zijn dan
zijn achterkant. Men kan het
maaimechanisme op volgende
manier bijstellen:
•
De tractor op de vlakke en
vaste ondergrond afleggen, de
handel van de
hoogteďnstelling (opheffing)
naar de hoogste insnijding
(hoogste instelling) geven en
met het mes, dat dichtstbij aan
de uitwerp is, zo draaien, tot
het parallel tot de tractor is.
•
De tussenruimte tussen de
voorkant van het mes en de
bodem en dan tussen de
achterkant van het mes en de
bodem meten. Het eerste
meetresultaat zou 0,6 tot 1 mm
kleiner zijn dan het tweede
meetresultaat. Stelt u de
differentie vast – het dient tot
de correcte instelling van het
maaimechanisme. Eventueel
volgende stap voortzetten.
43
Nederlands
Zie afbeelding 15
•
Beide zekeringsmoeren (1) aan
de achterkant van de
aanhanghouder losmaken.
Door het vastdraaien van de
contramoeren (2) komt tot de
opheffing van de vorderkant
van het maaimechanisme; door
het losmaken van de
contramoeren zakt de voorkant
van het maaimechanisme.
•
Toen het gelukt is een
bevredigende instelling te
bereiken, draait men de
daarvoor losgemaakte
zekeringsmoeren weer vast.
Dwarsgelijkmaking van het
maaimechanisme (van de kant
aan de kant)
Als het schijnt dat het
maaimechanisme onregelmatig
maait, kan een correctie van de
dwarsinstelling nodig zijn. Men
werkt op de volgende manier:
•
De tractor op de vlakke en
vaste ondergrond afleggen, de
handel van de
hoogteďnstelling van het
maaimechanisme naar de
hoogste insnijding (hoogste
positie) geven en met beide
messen zo draaien, tot zij
rechthoekig tegenover de
tractor staan.
•
De tussenruimte tussen de
buitenkant van het linkermes
en de bodem en dan de
tussenruimte tussen de
buitenkant van het rechtermes
en de bodem meten. Beide
meetresultaten zouden gelijk
zijn. Indien zij niet gelijk zijn,
moet u de volgende stap
uitvoeren.
Zie afbeelding 16
•
Maakt u los, maar doet u niet
weg de zeskantige
hoedeschroef (1) op het
maaimechanisme.