3.2 | Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING!
Ontploffings- en brandgevaar!
Een verkeerde omgang met de accu verhoogt het
ontploffings- en brandgevaar.
• Stel de startaccu nooit bloot aan hoge
temperaturen zoals een open vuur e.d.
• Houd de accu uit de buurt van zeer hete
oppervlakken, zoals uitlaten.
• Gebruik de accu niet in een omgeving waar
ontploffingsgevaar bestaat, of in de buurt van
licht ontvlambare vloeistoffen, gassen en stof.
• Vermijd sterke mechanische invloeden op de
accu.
• Laad de accu nooit te hoog op en gebruik
geschikte oplaadapparaten.
• Gebruik de accu niet als externe starthulp, bijv.
bij de overbrugging van personenauto naar
motor.
WAARSCHUWING!
Gevaren voor kinderen en personen met
verminderde lichamelijke, zintuiglijke
of geestelijke vermogens (bijvoorbeeld
gedeeltelijk gehandicapten, oudere personen
met lichamelijke en geestelijke beperkingen)
of gebrek aan ervaring en kennis (bijvoorbeeld
oudere kinderen).
58
• Bewaar de accu buiten het bereik van kinderen.
• Onderhoudswerkzaamheden mogen niet door
kinderen worden uitgevoerd.
• Bij de leveringsomvang horen kleine onderdelen
en verpakkingsfolie. Houd deze buiten het
bereik van kinderen, want ze kunnen gevaar voor
verstikking opleveren.
• Een afgesloten of verstopte ventilatie kan ertoe
leiden dat de accu barst.
PAS OP!
Gevaar voor kortsluiting!
Een verkeerde omgang met de accu verhoogt
het gevaar van een elektrische schok. De accu
heeft een spatwaterbescherming (zoals tegen
weersinvloeden of reiniging van het voertuig).
De accu mag in geen geval in water worden
ondergedompeld.
• Verbind de polen nooit met metalen voorwerpen,
want dit kan leiden tot een elektrische schok of
kortsluiting.
• Er mag niets aan de polen van de accu worden
gesoldeerd.
• Let goed op de juiste aansluiting van de plus- en
minpool.
• Pak de accu en de accessoires nooit met
vochtige handen vast.
• Knik de aansluitkabel niet en leg deze niet over
scherpe randen.
59