van de elektrode of de snijhuls wordt uitgesteld, zullen
deze onderdelen oververhit raken en zal de luchtverdeler
B minder lang meegaan.
Controleer of de snijhulshouder D goed vastzit na het
vervangen.
LET OP: draai de mondstukhouder D op de toorts als
de elektrode A, de diffuser B, het mondstuk C en de be-
scherming van het mondstuk E (uitsluitend in het geval
van CP 161) gemonteerd zijn.
Als een van deze onderdelen niet aanwezig is, zal het
apparaat niet goed werken en komt de veiligheid van
de gebruiker in gevaar.
6.3
MAATREGELEN NA EEN REPARATIE.
Nadat er een reparatie is uitgevoerd, moet erop worden
gelet dat de bedrading opnieuw zodanig wordt geplaatst
dat er een veilige isolatie is tussen de primaire en de
secundaire zijde van het apparaat. Zorg ervoor dat de
draden niet in contact kunnen komen met bewegende
onderdelen of onderdelen diewarmworden tijdens de
werking. Monteer alle bandjes terug zoals op het origi-
nele apparaat, om te vermijden dat er een verbinding kan
ontstaan tussen de primaire en de secundaire zijde, als er
onopzettelijk een draad kapot gaat of losraakt.
Plaats verder alle schroeven terug met de getande schijf-
jes, zoals op het originele apparaat.
59