1.1
Open het batterijklepje aan de achterzijde van het instrument, plaats de batterij
volgens de correcte polariteit en sluit dan het klepje.
1.2 Gebruik uitsluitend een 1,5 V AAA alkalinebatterij voor de meter.
1.3 Als het instrument langere tijd niet wordt gebruikt, verwijdert u de batterij om
corrosie in de meter te voorkomen.
INSTRUMENT INSCHAKELEN EN MENU-INSTELLING
1. Instrument in- en uitschakelen
In de uit-stand drukt u op de toets
ingeschakeld en staan op stand-by voor metingen.
In de aan-stand, houdt u de toets
schakelen. Het instrument wordt ook uitgeschakeld als het 150 seconden niet wordt gebruikt.
2. Geluid aan/uit
Houd de toets
ingedrukt om de zoemer in en uit te schakelen.
3. Instelling eenheid
Druk de toets
kort in, reset de huidige meeteenheid, de standaard eenheid is: 0,000 m.
Er kunnen 6 eenheden geselecteerd worden
Lengte
Oppervlakte
1
0,000 m
0,000 m
2
0,00 m
0,00 m
3
0,0 in
0,00 ft
4 0,00 ft
0,00 ft
5
0 1/16 in
0,00 ft
6 0'00"1/16
0,00 ft
4. Referentiepunt
Druk toets
in om het referentiepunt te wijzigen. Er zijn vier referentiepunten: boven,
schroef achter, onder en eindstuk.
METING EN BEREKENING LENGTE
1. Eenmalige afstandsmeting
Schakel de laserstraal in door toets
nogmaals in voor een eenmalige meting van de lengte. De meetresultaten worden
vervolgens getoond op het hoofddisplay.
2. Continuïteitsmeting
Houd toets
ingedrukt tijdens het meten voor toegang tot de continuïteitsmetingsmodus.
Max. en min. waarde worden op het LCD getoond.
Het huidige resultaat wordt op het hoofddisplay getoond. Druk toets
continuïteitsmetingsmodus af te sluiten.
, instrument en laser worden tegelijkertijd
3 seconden ingedrukt om het instrument uit te
Volume
2
3
0,000 m
2
3
0,00 m
2
3
0,00 ft
2
3
0,00 ft
2
3
0,00 ft
2
3
0,00 ft
kort in te drukken tijdens het meten. Druk toets
NL
kort in om de
41