10
NL
1. CONTROLES UIT TE VOEREN
IJDENS HET WERKEN
• Controle van de kettingspanning
Tijdens het werk ondergaat de ketting een progressieve
verlenging. De spanning moet dus regelmatig gecon-
troleerd worden.
BELANGRIJK
Tijdens de eerste gebruiksperi-
ode (of na de vervanging van de ketting), moet deze con-
trole vaker uitgevoerd worden, wegens de aanpassing
van de ketting.
LET OP!
Werk niet met een ketting die
te los zit, om geen gevaarlijke situaties te creëren
wanneer de ketting uit de geleiders komt.
Om de kettingspanning te regelen, ga te werk zoals aan-
gegeven in Hoofdstuk 5.2.
• Controle van de oliestroom
BELANGRIJK
De machine niet gebruiken zon-
der smering! Het olieniveau in het reservoir is zichtbaar
door de doorschijnende indicator. Zorg ervoor dat de olie
in het reservoir voor elk gebruik van de machine aange-
vuld wordt.
LET OP!
Zorg ervoor dat het blad en
de ketting goed op hun paats zitten wanneer de olie-
toevoer gecontroleerd wordt.
Start de motor en controleer of de olie van de ketting ver-
spreid wordt zoals aangegeven in de figuur (Fig. 13).
2. GEBRUIKSWIJZEN EN SNIJTECHNIEKEN
Vooraleer de machine voor de eerste keer te gebruiken
voor het vellen of snoeien van een boom, oefent u best
op houtblokken op de grond of bevestigd op een steun,
om voldoende vertrouwd te raken met de machine en de
meest geschikte snijtechnieken.
LET OP!
Tijdens het werk moet de ma-
chine altijd stevig vastgehouden worden met beide
handen.
LET OP!
Leg de motor onmiddellijk stil
wanneer de ketting zich tijdens het werk blokkeert.
Let altijd op voor mogelijke terugslagen (kickback)
wanneer het blad in contact komt met een hinder-
nis.
All manuals and user guides at all-guides.com
• Een boom vellen
– Als twee of meer personen tegelijk aan het vellen en
– De bediener van de kettingzaag moet boven de plaats
– Zorg voor vluchtwegen vrij van hindernissen voor te
– Voor een boom te vellen moet rekening gehouden
– Verwijder vuil, stenen, stukken schors, spijkers, nieten
• Valkerf onderaan de boom
Maak een inkeping met een diepte van 1/3 van de stam-
diameter, haaks op de valrichting, zoals afgebeeld in Fig.
16.
Begin met de onderste horizontale zaagsnede.
Zo wordt er vermeden dat de zaagketting of het blad bij
de tweede zaagsnede ingeklemd wordt.
• Achterste velsnede
– Maak de velsnede aan de achterkant minstens 50
– Als de zaagsnede in de buurt van de scharnier komt,
GEBRUIK VAN DE MACHINE
doorzagen zijn, dan moeten deze werkzaamheden
op verschillende plaatsen gebeuren, op een afstand
van minstens 2 maal de hoogte van de gevelde boom.
Geen bomen vellen waardoor er personen in gevaar
gebracht worden of er elektriciteitsleidingen geraakt
zouden kunnen worden of waardoor er wat voor an-
dere schade dan ook aangericht zou kunnen worden.
Als de boom met een elektriciteitsleiding in aanraking
mocht komen moet u meteen contact opnemen met
het elektriciteitsbedrijf.
gaan staan waar de boom waarschijnlijk naartoe zal
rollen of zal vallen als hij geveld is.
beginnen met zagen. De vluchtweg moet diagonaal
achter de geplande valrichting liggen, zoals afgebeeld
in Fig. 15.
worden met de natuurlijke valrichting van de boom,
met de kant waar de takken het grootst zijn en met de
windrichting om te kunnen beoordelen hoe de boom
gaat vallen.
en draden van de boom.
mm boven de horizontale snede van de valkerf zoals
afgebeeld in Fig. 16. De achterste velsnede moet
parallel aan de horizontale snede van de valkerf staan.
Maak de achterste velsnede zodanig dat er voldoende
hout overblijft dat als scharnier dient. Het hout van de
scharnier belemmert het draaien van de boom en
zorgt ervoor dat de boom niet in de verkeerde richting
valt. Maak geen sneden in de scharnier.
begint de boom te vallen. Als er gevaar bestaat dat de
boom niet in de gewenste richting valt of dat hij achter-
over zou kunnen hellen en zo de zaagketting zou kun-
nen verbuigen, stop dan met zagen zonder de ach-