4. Isolatieweerstand
a)
Isolatieweerstand,
MS
b)
Isolatieweerstand,
MMS
11. Afvalverwijdering
Dit product, of onderdelen van dit product dienen op
een milieuvriendelijke manier afgevoerd te worden:
1. Breng het naar het gemeentelijke afvaldepot.
2. Wanneer dit niet mogelijk is, neemt u dan contact
op met uw Grundfos leverancier.
278
Koppel de onderwaterkabel
los van de motorbeveiliging.
Meet de isolatieweerstand
tussen elke fase en aarde
(frame). Zorg dat de
aardverbinding zorgvuldig
gemaakt is.
Motoren buiten een put:
Reinig het uiteinde van de
motorkabel.
Geïnstalleerde motoren:
Koppel de onderwaterkabel
los van de motorbeveiliging
en reinig het kabeluiteinde
(contactpunten).
Meet de isolatieweerstand
tussen elke fase en aarde
(frame) met behulp van een
isolatietester (500 VDC,
2 min.).
Zorg dat de aardverbinding
zorgvuldig gemaakt is.
Wijzigingen voorbehouden.
Als de isolatieweerstand lager is dan 0,5 MΩ,
dienen de motor, kabel of kabelverbindingsset
te worden gerepareerd. Het is mogelijk dat de
lokale regelgeving andere waarden voor de
isolatieweerstand voorschrijft.
Controleer de waarde op het instrument.
Als de isolatiewaarde lager is dan de
onderstaande waarden, verwijdert u de pomp
voor controle en reparatie.
De waarden gelden bij een
omgevingstemperatuur van 20 °C (68 °F).
Met kabel:
• nieuwe motor: 4 MΩ.
• gebruikte motor: 2 MΩ.
Zonder onderwaterkabel:
• nieuwe motor: 200 MΩ.
• gebruikte motor: 20 MΩ.