Airconditioning
Saphir comfort BT
Gebruiksaanwijzing
Houdt U vóór de inge-
bruikname in ieder geval
rekening met de gebru-
iksinstrukties en met de
„Belangrijke instrukties"!
De bezitter van het voertuig
is ervoor verantwoordelijk dat
de exploitatie van het toestel
reglementair kan plaatsvinden.
Bedieningpaneel
Saphir
b
a
c
a = Uit
b = Koeling laag
c = Koeling hoog
Ingebruikname
Vóór het inschakelen in ie-
der geval erop letten dat de
beveiliging van de stroom-
voorziening van het kampeer-
terrein voor 980 W (230 V)
voldoende is (ten minste 4,2 A).
Om oververhitting van
de voedingskabel voor
de caravan (minimum doors-
nede 3 x 2,5 mm²) te vermij-
den, moet de kabelhaspel
helemaal afgerold worden.
Voor het inschakelen van de
airconditioner schakelaar op
het bedieningspaneel op „b"
zetten voor koeling met lage
ventilatorsnelheid of op „c"
voor koeling met hoge venti-
latorsnelheid.
Stand „c" (hoog ventilator-
vermogen) dient voor snel
afkoelen van de temperatuur
in het vertrek, stand „b"
(laag ventilatorvermogen) is
bijzonder geschikt voor ont-
vochtiging van het vertrek en
voor 's nachts, aangezien de
ventilator langzamer en dus
zeer zacht loopt.
14
Bij het in- resp. omscha-
kelen van het toestel
loopt de ventilator onmiddel-
lijk aan en de compressor
wordt automatisch ca.
3 minuten later ingeschakeld.
Uitschakelen
Op het bedieningspaneel
uitschakelen (a).
Instructies m.b.t.
het gebruik van
airconditioningen
– De Truma-Saphir comfort BT
is voor een minimale stroo-
mopname gedacht. Contro-
leert u vóór ingebruikname
echter of het kampeerterrein
voldoende beveiligd is (ten
minste 4,2 A).
– Zet u uw voertuig naar
mogelijk in de schaduw neer.
– Het verduisteren met zon-
neweringen en/of een afdak
reduceert de warmtetoev oer.
– Reinigt u uw dak regelmatig
(vervuilde daken verwarmen
zich sterker).
– Lucht u uw toestel vóór het
bedrijf van het toestel om de
opgestuwde warme lucht uit
het voertuig te brengen.
– Let bij het aanbrengen van
spatborden e.d. op voldoen-
de openingen voor de aan-
en afvoer van de toevoerlucht
onder het voertuig.
– Om een gezond binnenkli-
maat te verkrijgen, dient het
verschil tussen binnen- en
buitentemperatuur niet te
groot te worden gekozen.
Gedurende de werking wordt
de circulerende lucht gerei-
nigd en gedroogd. Door de
droging van de zwoel-vochti-
ge lucht wordt ook bij kleine
temperatuurverschillen een
aangenaam ruimteklimaat tot
stand gebracht.
– Houdt u gedurende het
koelbedrijf alle deuren en
ramen gesloten.
Belangrijke
instrukties
Reparaties mogen
enkel door de vakman
worden uitgevoerd!
Vóór sloop van het toestel
absoluut olie en koelmiddel
vakkundig verwijderen en la-
ten afvoeren.
1. Om transportbeschadigin-
gen te voorkomen, mag het
toestel enkel na ruggespraak
met de Truma-service
(zie bladzijde 22) worden
verzonden.
2. Vóór het openen van de
behuizing moet de spanning
alpolig worden vrijgeschakeld.
3. Ledere wijziging van het
toestel of de toepassing van
reserveonderdelen alsook
voor de werking belangrijke
toebehoren, die geen orig-
neel Truma-onderdelen zijn,
alsook veronachtzaming van
de inbouw- en gebruiksinst-
rukties leidt tot verval van de
garantie alsook tot wegval
van aansprakelijkheidsclaims.
4. Het koelcircuit bevat het
koelmiddel R 407C en mag
enkel van de vakman worden
geopend.
5. De uittreding voor de kou-
de lucht alsook de aanzuiging
van de circulatielucht mogen
in geen geval worden belem-
merd. Let u alstublieft hierop,
om een foutloze werking van
uw toestel te garanderen.
6. De openingen onder de vo-
ertuigbodem moeten van vuil
en sneeuwblubber worden
vrijgehouden.
7. Wordt de voertuigbodem
van tectyl voorzien, moeten
alle onder de wagen voor-
handen openingen worden
afgedekt, opdat de spuitnevel
die ontstaat niet in het toestel
geraakt en tot storingen van
de werking leidt. Na beëindi-
ging van de werkzaamheden
de afdekkingen weer
verwijderen.
8. Om beschadigingen aan
de compressor te voorko-
men, mogen bij werking van
het toestel gedurende de rit
(b.v. met generator of span-
ningsomvormer) geen stijgin-
gen of dalingen van meer dan
8% worden bereden.
9. Geen langer koelbedrijf in
schuine ligging uitvoeren,
omdat eventueel het ontstane
condenswater niet kan aflopen
en in het meest ongunstige
geval in het voertuig geraakt.
Onderhoud
Aan de voorzijde van het
apparaat zit zowel een plui-
zenfilter (n) als een stoffilter
(p) voor de reiniging van de
omgevingslucht.
p
n
Het pluizenfilter (n) moet re-
gelmatig, echter ten minste
2 x per jaar worden gereinigd
en indien nodig worden
vervangen (art.-nr. 40090-
58200).
Wij adviseren om het stoffil-
ter (p) jaarlijks aan het begin
van het seizoen te vervangen
(art.-nr. 40090-58100).
Voor het verwisselen van de
filter de pluisfilter (n) aan de
bovenkant bij de uitsparingen
naar voren trekken en deze
naar boven toe wegnemen.
Deeltjesfilter naar voren toe
wegnemen.
Op de inbouwstand
letten! De opgedruk-
te pijlen moeten naar het
binnenste van het toestel
wijzen en symboliseren de
stromingsrichting van de
circulatielucht. Het toestel
nooit zonder filter explo-
iteren. Zonder filter kan de
verdamper vuil worden, wat
wederom het vermogen van
het toestel belemmerd!
Onder de voertuigbodem
is de afloop voor het con-
denswater. Opdat het con-
denswater vrij kan aflopen,
dient regelmatig te worden
gecontroleerd of de afvoer
vrij is van vuil, gebladerte en
dergelijke. Wordt hiermee
geen rekening gehouden,
kan condenswater in het
voertuig geraken!