wrijving kan een bijkomende aanpassing vereisen indien een
onbedoelde afdaling op het touw wordt vastgesteld, bij het
wijzigen van klimmethode, zoals van het gebruik van beweg-
end touwsysteem (BTS) naar stationair touwsysteem (STS), bij
wijzigingen in de omgeving (temperatuur, vochtigheid, enz.), of
bij het wijzigen naar een nieuwe, alternatieve constructie of
touwdiameter.
Test de Rope Runner Pro altijd voor elk gebruik!
7 \ VOORZORGSMAATREGELEN
VOOR GEBRUIK
•
Blijf onder het ankerpunt en zorg dat het ankerpunt correct
is geplaatst. Zorg dat het klimsysteem onder spanning
staat om dynamische schokbelasting van het touw te
vermijden (fig. 7A).
•
Gebruik het STS-stijgbevestigingspunt niet in een BTS-op-
stelling (fig. 7B).
•
Zorg dat de Rope Runner Pro tijdens het gebruik niet over
vreemde voorwerpen buigt (fig. 7C).
•
Zorg voor een goede uitlijning van de aansluiting (fig. 7D).
•
Druk op de vogel houdt een valrisico in. Let op de uitrust-
ing en de omgevingselementen (fig. 7E).
•
Zorg voor voldoende afstand tussen de Rope Runner Pro
en de statische zijde van een BTS-klimlijn om interferentie
tussen het touw en de vogel van de Rope Runner Pro te
voorkomen. Afgebeeld met Notch Rook Pulley (fig. 7F).
•
Houd haar en losse kleding uit de buurt van bewegende
onderdelen (fig. 7G).
•
Maak de karabijnhaak of alternatieve aansluiting los van
het STS-bevestigingspunt na een beklimming. Verwijder de
aansluiting van het STS-bevestigingspunt (fig. 7H).
8 \ GEBRUIK
Controle van de beweging van het touw / De touwwrijving
wordt opgeheven door neerwaartse druk uit te oefenen op
de voorkant van de vogel, waardoor de klimmer kan afdalen.
Het gebruik van een tweede hand onder de Rope Runner Pro
is doeltreffend om de snelheid van de touwdoorvoering te
beperken (fig. 8A t/m 8B).
Stijgen / Stijg door met de voet- en/of kniekstijgklem (fig.
8C). Een handstijgklem mag worden gebruikt in combinatie
met maar NOOIT met een tuitouw (fig. 8D). Een stijgklem zou
46
uitgeschakeld kunnen raken, waardoor deze in contact zou
komen met de Rope Runner Pro.
WAARSCHUWING / Als een veiligheidskoord wordt geb-
ruikt, kan het gewicht van de gebruiker zorgen dat het direct
afdaalt boven op de Rope Runner Pro. Elk contact met de
bovenkant van de Rope Runner Pro kan een val veroorzaken.
Voortdurend contact kan een ongecontroleerde afdaling vero-
orzaken, met mogelijk ernstig letsel of de dood tot gevolg.
Een onderdeel, of een combinatie van onderdelen, dat wordt
gebruikt om de Rope Runner Pro aan het harnas te koppelen,
mag niet te lang zijn zodat de uitrusting zich niet binnen
het bereik van de gebruiker bevindt. Bij gebruik van een ver-
stelbare brug moet de uitrusting binnen handbereik worden
gehouden.
Zorg dat de Rope Runner Pro niet buiten het bereik van de
gebruiker komt.
Afdelen / Om de wrijving op te heffen en de afdaling in te
zetten, oefent u neerwaartse druk uit op de voorkant van de
vogel. Om de afdaling te stoppen, haalt u alle druk van de
Rope Runner Pro af (fig. 8E). Langzame en ongecontroleerde
afdalingen zijn mogelijk als gevolg van een aantal factoren,
waaronder, maar niet beperkt tot:
• Verkeerde maat of soort touw.
•
Slijtage van onderdelen.
•
Onjuist gebruik of onjuiste installatie.
Indien een langzame of ongecontroleerde afdaling optreedt,
duw dan de vogel omhoog om de afdaling te stoppen of te
vertragen.
WAARSCHUWING / Deze uitrusting heeft geen paniek-
functie. Stoppen vereist het volledig loslaten van de uitrusting.
Voortdurende neerwaartse druk op de vogel zal resulteren in
een snelle afdaling met mogelijk letsel of de dood tot gevolg.
Pas op voor hoge temperaturen tijdens lange afdalingen. Con-
troleer de staat van het touw en controleer op beschadiging
als u hoge temperaturen vermoedt.
Zijwaartse beweging
•
Beweeg weg van het ankerpunt door de vogel van de Rope
Runner Pro in te drukken en het touw door de uitrusting
omhoog te laten gaan (fig. 8F).
•
Om terug te keren naar het ankerpunt trekt u het touw
naar beneden en naar buiten door de onderkant van het
appparaat terwijl u naar het ankerpunt beweegt (fig. 8G).