NL
3 Voor het Gebruik
3.5
Het instellen van
de gebruiker-
geheugen
3.6
Keuze van
de 3MAM-
meetmethode
42
AANWIJZING
Is een alarm correct ingevoerd en actief, verschijnt in de
stand-bymodus op het display het alarmsymbool
Is in geen enkel gebruikersgeheugen een alarm actief,
verschijnt in de stand-bymodus geen symbool.
De MTX maakt het mogelijk dat de gemeten waarden aan twee verschillende
geheugen worden toegewezen. Per geheugen zijn 99 plaatsen beschikbaar.
Het toestel moet zich in de stand-bymodus bevinden. Door het indrukken van
de TIMER-toets
kunt u tussen gebruikersgeheugen 1 en gebruikersgeheugen
2
kiezen.
Bij de MTX kunnen twee meetprocedures worden geselecteerd.
• Enkelmeting
• 3 vervolgmetingen ( Measurement Average Mode = 3/MAM-methode )
Bij de enkelmeting wordt een enkele bloeddrukmeting doorgevoerd en op-
geslagen.
De 3/MAM-methode wordt aanbevolen, als u onder een sterk onregelmatige
bloeddruk lijdt. Als gevolg van de 3 over een periode van 15 seconden opeen-
volgende metingen worden sterk afwijkende waarden geëlimineerd. Bij bijzon-
der sterke afwijkingen kan mogelijkerwijs een 4de meting worden doorgevo-
erd. Op basis van deze drie metingen wordt een gewogen gemiddelde waarde
berekend, weergegeven en in het geselecteerde geheugen opgeslagen. Een op
deze manier doorgevoerde meting wordt door
keerd. De 3/MAM-methode minimaliseert het risico voor incorrecte metingen
duidelijk.
1. Voor de keuze tussen individuele meting en 3 volgende metingen (3MAM-
procedure) drukt u op de TIMER-toets
tot het symbool voor de 3MAM-modus
verschijnen en knipperen.
2. Druk op de MEMO-toets
"
" voor de 3MAM-meetmethode en "
meting.
3. Bevestig uw keuze door het indrukken van de START-toets
de TIMER-toets
om naar de volgende instelling: „Datum en tijd instellen"
te gaan.
in het geheugen gemar-
en houdt u deze toets ingedrukt
en "
om tussen "
" en "
" voor de individuele
.
" op het display
" te kiezen,
(of druk op