RS-570 pendelzaagmachine
* Geluids- en trillingsmetingen worden uitgevoerd in overeenstem-
ming met de gestandaardiseerde test zoals beschreven in de norm
EN 62481–2-11.
– De gemeten trillingswaarden mogen worden gebruikt voor
vergelijkingen met andere werktuigen en voor een voorafgaande
evaluatie van de blootstelling.
– Geluids- en trillingsemissie kan variëren naargelang van de
plaats waar u zich bevindt, en het specifieke gebruik dat u van dit
gereedschap maakt.
– De dagelijkse blootstellingsniveaus voor geluid en trillingen moeten
voor elke toepassing worden geëvalueerd en er moeten passende
veiligheidsmaatregelen worden genomen wanneer dat nodig is.
Bij de evaluatie van de blootstellingsniveaus moet ook rekening
worden gehouden met de tijd dat het gereedschap uitgeschakeld
en niet in gebruik is. Dit kan het blootstellingsniveau over de totale
werktijd aanzienlijk verminderen.
Standaarduitrusting
Zie de RIDGID-catalogus voor meer informatie
over de apparatuur die kan worden geleverd bij de
verschillende gereedschappen.
Figuur 3 – Typeplaatje ("20yy" = productiejaar.
"xx = productieweek)
Inspectie vóór gebruik
WAARSCHUWING
U moet uw pendelzaagmachine dagelijks vóór
gebruik controleren en eventuele problemen
verhelpen, om het risico van ernstig letsel door
elektrische schokken, snijwonden, falen van de
hulpstukken of andere oorzaken te verkleinen en
beschadiging van het gereedschap te voorkomen.
1. Controleer
of
pendelzaagmachine uit het stopcontact is
getrokken en inspecteer het netsnoer op
schade. Als de stekker werd gewijzigd, of als
het snoer beschadigd is, mag u de machine
wegens het gevaar voor elektrische schokken
niet gebruiken tot het snoer wordt vervangen
door een gekwalificeerde technicus.
78
~
V
A
de
stekker
van
2. Reinig het gereedschap, met name handgrepen
en bedieningsknoppen, en verwijder alle
olie, smeer en vuil. Dat maakt de inspectie
gemakkelijker en helpt voorkomen dat
gereedschap of bedieningselementen uit uw
handen kunnen schieten.
3. Inspecteer de pendelzaagmachine op:
• Correcte montage, goed onderhoud en
volledigheid.
• Eventuele defecte, versleten, ontbrekende,
verkeerd
onderdelen. Controleer of alle bevestigingen
vastgedraaid zijn. Inspecteer de centreerpen
(figuur 7) op aanwezigheid en schade.
• Correcte werking van de tweetraps AAN/UIT-
drukknop – zie figuur 9.
• Steunhulpstuk. Controleer of deze schoon
is, zich in goede toestand bevindt en correct
werkt. Inspecteer ketting op loskomende
schakels of andere beschadigingen. Als
schakels loskomen, wijst dat erop dat de
ketting overbelast is geweest en vervangen
moet worden.
• Aanwezigheid en leesbaarheid van het
waarschuwingslabel. Zie Figuur 4.
• Enige andere toestand die een veilige en
normale werking zou kunnen verhinderen.
Gebruik het gereedschap niet tot alle problemen
zijn verholpen of gerepareerd.
Figuur 4 – Waarschuwingslabel
Instellings- en
bedieningsinstructies
de
Houd
het
(pendelzaagmachine) vast bij de geïsoleerde
uitgelijnde
of
WAARSCHUWING
elektrische
999-995-148.09_REV. B
klemmende
gereedschap