RS-570 pendelzaagmachine
Zaagbewerking
Zorg ervoor dat het werkstuk goed wordt onder-
steund en stabiel is. Werkstuk en ondersteuning
moeten bestand zijn tegen de krachten en trillingen
die nodig zijn tijdens het zagen zonder te bewegen of
te draaien. Houd het werkstuk niet vast met de hand.
Wanneer een bankschroef wordt gebruikt, dient u
ervoor te zorgen, dat deze het juiste formaat heeft en
goed bevestigd is om kantelen tijdens het gebruik te
voorkomen. Voor pijpen met een langere lengte ge-
bruikt u geschikte pijpsteunen om de extra lengte te
ondersteunen.
Tijdens het zagen dient u gelijkmatig te zagen voor
het beste resultaat. Buitensporige kracht verhoogt
niet de snelheid, maar resulteert in een geringere
levensduur van het zaagblad, overbelasting van de
pendelzaagmachine en verhoogde braamvorming.
Pas de zaagkracht waar nodig aan tijdens het zagen
om de zaagtijd te optimaliseren en slijtage aan het
zaagblad te minimaliseren. Controleer het zaagproces
en wees bedacht op afklemmen van het zaagblad
of beweging van het werkstuk wat problemen kan
veroorzaken.
Tijdens het zagen van staal (pijpen, profielen
enz.) gebruikt u koelsmeeremulsies met een lage
viscositeit om de afvoer van spanen te verbeteren
en de temperatuur in het zaaggebied te verlagen.
Wij adviseren het gebruik van RIDGID aerosole
snijolie. Het gebruik van koelsmeeremulsies verlengt
de levensduur van het zaagblad. Gebruik geen
koelsmeeremulsies met een hoge viscositeit (dikke
olie en vet), omdat die de afvoer van spanen en
warmte vanuit het zaaggebied hinderen en de
levensduur verlagen.
Tijdens langdurig gebruik kan het tandwielhuis van
de pendelzaagmachine heet worden (hitte voelbaar
door de handschoenen). Wanneer dat gebeurt,
moet u de pendelzaagmachine laten afkoelen tot
omgevingstemperatuur voordat u verder gaat.
De pendelzaagmachine kan in drie verschillende
configuraties worden gebruikt.
Zagen van vierkante buis met
steunhulpstuk
Gebruik altijd het meegeleverde steunhulpstuk
tenzij het niet kan worden gebruikt vanwege
ruimtegebrek
of
andere
steunhulpstuk klemt de pijp en helpt de
reactiekrachten en trillingen te weerstaan.
1. Draai de klemhendel van het steunhulp-
stuk los.
82
beperkingen.
Het
2. Plaats het steunhulpstuk met de beugel
rechts van de zaaglocatie, waarbij u de
uitsparing in de zaagsteunas uitlijnt met de
zaaglocatie. Zie figuur 12.
Zaaglocatie
Figuur 12 – Plaatsing van het steunhulpstuk,
gelijnd met de gewenste zaaglocatie
3. Plaats het V-voetstuk van het steunhulpstuk
op de pijp. Leg de ketting nauwsluitend aan
om de pijp en haak de kettingpennen in de
haken van het apparaat. Draai de klemhendel
stevig vast (figuur 13).
Figuur 13 – Pendelzaagmachine op het
steunhulpstuk monteren
999-995-148.09_REV. B