De lucht die door versterker wordt verwarmd,
moet uit het rack kunnen worden afgevoerd . An-
ders hoopt de warmte zich op in het rack, waar-
door niet enkel de versterker maar ook andere
apparaten in het rack kunnen worden bescha-
digd . Bij een onvoldoende warmteafvoer moet u
in het rack een ventilator plaatsen (bv . DPVEN-04) .
6 De versterker aansluiten
De in- en uitgangen mogen enkel door gekwalifi-
ceerd personeel worden uitgevoerd en in elk geval
wanneer de versterker is uitgeschakeld!
Opmerking: Om comfortabeler tewerk te gaan kunt
u alle groene aansluitklemmen bij het vastschroeven
van de aansluitleidingen van hun stekkerverbindingen
afnemen .
6.1 Luidsprekers
Sluit de 100 V-luidsprekers aan op de aansluit-
strook SPEAKER OUTPUTS (9): Verbind de nega-
tieve aansluitingen met het contact COM en de
positieve aansluitingen met het contact 1, 2 of 3,
dat overeenkomt met de nominale spanning van
de luidspreker . Hierbij mag een totale belasting
van 960 W RMS door de luidsprekers niet wor-
den overschreden, anders wordt de versterker
beschadigd .
Belangrijk! De versterker is standaard zo inge-
steld, dat voor 100 V-luidsprekers de klemmen
COM en 3 moeten worden gebruikt .
In de volgende tabel zijn alle mogelijke nominale
spanningen weergegeven:
Jumper in positie
A
Fabrieksinstelling
B
C
WAARSCHUWING De fabrieksinstelling mag uit-
sluitend door gekwalificeerd
per soneel worden gewijzigd .
Trek de netstekker uit het stop-
contact, alvorens de versterker te openen . En
als er een noodstroomeenheid is aangeslo-
ten, koppel deze dan los van de aansluitingen
BATTERY (21) . Anders loopt u het risico van een
elektrische schok!
Schroef het deksel van de versterker af . Op de
printplaat met de aansluitingen SPEAKER OUT-
PUTS (9) en PRIORITY RELAY (10) ziet u een draad-
jumper . Wissel de jumper van contact A naar con-
tact B of C . Schroef de behuizingsplaat weer vast .
6.2 Lijnsignaalingangen
Voor aankondigingen en muziekweergave is
een voorversterker nodig (bv . PA-1414MX van
MONACOR), waarop microfoons en audioappara-
tuur (bv . cd-speler, radio) kunnen worden aange-
sloten . Verbind de uitgang van de voorversterker
met de ingang PGM INPUT (12) .
Voor noodberichten of andere belangrijke
aankondigingen is de PA-1960 uitgerust met de
ingang PRIORITY INPUT (17) . Zodra een op de
klemmen PRI CTL (15) aangesloten voorrang-
schakelaar of relais wordt gesloten, schakelt de
versterker van de ingang PGM INPUT om naar de
ingang PRIORITY INPUT, en is alleen het noodbe-
richt hoorbaar . Het geluidsvolume voor noodbe-
richten wordt afzonderlijk met de regelaar LEVEL
(16) aan de achterzijde ingesteld .
18
6.3 100 V-ingang
In de plaats van de lijnsignaalingangen (12) en
(17) kan de 100 V-ingang SLAVE INPUT (17)
worden gebruikt om bv . bij een bestaande ge-
luidsinstallatie extra vermogen voor bijkomende
luidsprekers te realiseren . Sluit de klemmen SLAVE
INPUT aan op de 100 V-luidsprekerleiding van de
geluidsinstallatie .
Opmerking: De regelaars PGM (1) en LEVEL (16) heb-
ben geen invloed op het volume van het signaal dat
naar de ingang SLAVE INPUT is gestuurd . Stel het sig-
naalvolume in op de versterker waarvan het 100 V-sig-
naal naar de PA-1960 wordt gestuurd .
6.4 Voorrangrelais en 24 V-uitgang
Zodra een op de klemmen PRI CTL (15) aange-
sloten voorrangschakelaar of relais wordt geslo-
ten, schakelt het interne voorrangsrelais om . Via
de aansluitingen PRIORITY RELAY (10) hiervan
kunnen verdere processen worden gestuurd, en
kunnen bv . geluidsvolumeregelaars met noodbe-
richt / voor rangsrelais op maximaal geluidsvolume
worden ingesteld .
Als het noodbericht / voorrangsrelais een span-
ning van 24 V nodig heeft, kan de spanning bv .
van de klem +24 V (15) via de relaiscontacten
worden geleid . De spanning van 24 V is belastbaar
met 500 mA en kan ook voor andere doeleinden
worden aangewend .
6.5 Afstandsbediend in- en uitschakelen
Via een afzonderlijke schakelaar kunt u de verster-
ker afstandsbediend in- en uitschakelen .
1) Verbind de schroefaansluitingen POWER
RE MOTE (22) via een tweepolige kabel met
een eenpolige POWER-schakelaar .
Klem
2) Voor afstandsbediend in- en uitschakelen mag
1
2
3
de versterker met de hoofdschakelaar POWER
(6) niet ingeschakeld zijn .
75 V
85 V
100 V
60 V
70 V
85 V
6.6 Netvoeding en noodstroomvoeding
50 V
60 V
75 V
1) Als de versterker bij een eventuele stroomuitval
verder moet werken, sluit u op de klemmen
BATTERY (21) een noodvoeding van 24 V aan
(bv . PA-24ESP van MONACOR) . De versterker
moet via vier leidingen met de noodstroomeen-
heid worden verbonden (
leiding is bij een lengte van max . 4 meter een
kabeldoorsnede van ten minste 5 mm² vereist
(bv . serie CPC- . . . van MONACOR) .
Opmerking: Als de aansluitingen BATTERY van de
noodstroomeenheid onder de spanning van 24 V
staan, kan de versterker met de schakelaar POWER
(6) niet worden uitgeschakeld . De versterker scha-
kelt bij een stroomuitval of in uitgeschakelde toe-
stand automatisch om naar de noodvoeding .
2) Plug ten slotte de netstekker van het aansluit-
snoer (23) in een stopcontact (230 V/50 Hz) .
Opmerking: Ook wanneer de versterker is uitgescha-
keld, verbruikt hij een geringe hoeveelheid stroom . Trek
daarom de netstekker uit het stopcontact en koppel de
noodvoeding eventueel los, wanneer u de versterker
langere tijd niet gebruikt .
Deze gebruiksaanwijzing is door de auteurswet be schermd eigendom van MONACOR
Co. KG. Een reproductie – ook gedeeltelijk – voor eigen commerciële doeleinden is verboden.
☞
figuur) . Voor elke
BATTERY 24 V/ 80 A
24 V
EMERGENCY POWER SUPPLY UNIT
BATTERY
FULL
80 %
60 %
40 %
CHARGING
AC
DC
POWER
7 Ingebruikneming
Als de versterker uitgeschakeld is en er is netspan-
ning, dan licht de LED STANDBY op (7) .
1) Schakel eerst alle andere apparaten van de
ge luidsinstallatie in; zo vermijdt u inschakel-
ploppen .
2) Alvorens de versterker een eerste keer in te
schakelen, plaatst u de regelaars PGM (1) en
LEVEL (16) in de nulstand om een te hoog
geluidsvolume in het begin te vermijden .
Schakel de versterker in met de schakelaar
POWER (6) of met een schakelaar die op de
klemmen POWER REMOTE (22) is aangesloten .
De POWER-LED (3) licht op .
3) Stel de regelaar PGM (1) in op het gewenste
geluidsvolume . De LED SIGNAL (4) licht op
vanaf een bepaald geluidsvolume . Bij overstu-
ring licht de rode LED CLIP op (5) . In dit geval
moet u het geluidsvolume met de regelaar
verminderen .
4) Het geluidsvolume voor belangrijke aankondi-
gingen die via de ingang PRIORITY INPUT (17)
naar de versterker worden gestuurd, moeten
met de regelaar LEVEL (16) op achterzijde van
het apparaat worden ingesteld . Hiervoor moet
de voorrangschakelaar (of het relais), dat met
de klemmen PRI CTL (15) is verbonden, ge-
sloten zijn . De LED PRIORITY (2) licht dan op .
5) Voor een betere verstaanbaarheid kunt u met
de DIP-schakelaar nr . 1 (13) een hoogdoor-
laatfilter (400 Hz) inschakelen (stand ON) . Zo
onderdrukt u laagfrequente ruis .
8 Beveiligingscircuit
De versterker is uitgerust met een beveiligings-
circuit tegen oververhitting, overbelasting en
kortsluiting aan de luidsprekeruitgangen . Bij een
oververhitting licht de LED PROTECT (5) op . Bij
overbelasting, een kortsluiting of een andere sto-
ring licht bovendien de LED FAULT op . In elk geval
wordt de versterker gedempt . Als een van deze
LED's oplicht, schakelt u de versterker uit en laat
u de storing door deskundig personeel verhelpen .
Als de foutbewakingsmodule PA-6FD
(hoofdstuk 4 .1) niet wordt gebruikt, plaatst u de
DIP-schakelaar nr . 2 (13) op de achterzijde van
de versterker in de onderste stand ON; anders
schakelt het beveiligingscircuit in .
9 Technische gegevens
Nominaal vermogen:: . . . 960 W
THD: . . . . . . . . . . . . . . . . < 0,4 %
Uitgangsspanning /
Uitgangsimpedantie: . . . .
75 V/ 5,6 Ω
85 V/ 7,2 Ω
100 V/10 Ω
Ingangen
PGM + PRIORITY INPUT: 0,775 V/ 60 kΩ
SLAVE INPUT: . . . . . . . . 100 V
Frequentiebereik: . . . . . . 35 – 20 000 Hz, −3 dB
Signaal / ruis-verhouding: . > 100 dB (A-gemeten)
Hoogdoorlaatfilter: . . . . . 400 Hz, 6 dB / octaaf
Voedingsspanning
Netspanning: . . . . . . . . 230 V/ 50 Hz
Vermogensverbruik: . . . 2600 VA
Noodstroomvoeding: . . 24 V (⎓) / 80 A
Omgevings-
temperatuurbereik: . . . . . 0 – 40 °C
Afmetingen (B × H × T): . 482 × 133 × 374 mm,
3 HE (rackeenheden)
Gewicht: . . . . . . . . . . . . . 25 kg
Wijzigingen voorbehouden .
INTERNATIONAL GmbH &
®