NL
Bevestig de andere contactklem aan het frame
van het motorblok van het apparaat zover moge-
lijk verwijderd van de accu.
Opmerking
Als de hulpaccu in een voertuig is inge-
bouwd, mag dat voertuig tijdens het hulp-
starten niet gestart zijn.
Start het apparaat.
Schakel de parkeerrem in.
Sluit de startkabels aan in omgekeerde volgorde.
Bandenspanning
WAARSCHUWING!
Verhoogde bandenspanning
Gevaar voor ongevallen en beschadigin-
gen aan het apparaat
Overschrijd nooit de toegestane
bandenspanning (zie etikettering).
Controleer de bandenspanning en corrigeer deze
indien nodig.
voor
1,4-1,7 bar
achter
0,7-0,8 bar
Opmerking
Te hoge bandenspanning verkort de levens-
duur van de banden. Controleer vóór elke rit
de bandenspanning.
Na 5 bedrijfsuren
Voer de eerste verversing van de motorolie uit
(intervallen, zie motorhandboek).
Gebruik de quick-olieafvoer (optioneel) voor het
aftappen van olie
.
Opmerking
Gebruik bij het aftappen van olie een ge-
schikte opvangbak.
Na 10 bedrijfsuren
Smeer alle draai- en lagerpunten van rij- en
rempedalen, bedieningshendels enz. met enkele
druppels lichte olie.
Reinig de accupolen en accuklemmen.
Elke 25 bedrijfsuren
Smeer de wiellagers en assen van de voorwielen/
maaiwerkwielen aan de smeernippels met een
lithium-multifunctioneel vet type nr. 2
Smeer alle assen van de messen, spanrollen en
spanrolhouders aan de smeernippels met vet type
Shell Alvania RL2.
82
Opmerking
Laat deze werkzaamheden door een gespe-
cialiseerde werkplaats uitvoeren.
Smeer de sturing aan de smeernippels van de
besturingsdrager met een lithium-multifunctioneel
vet type nr. 2.
Opmerking
Laat deze werkzaamheden door een gespe-
cialiseerde werkplaats uitvoeren.
Laat vuil en grasresten onder de V-snaarafdek-
king van het snijwerk door een gespecialiseerde
werkplaats verwijderen.
Elke 50 bedrijfsuren
Laat vuil en grasresten door een gespecialiseerde
werkplaats van het aandrijfmechanisme verwij-
deren.
Laat aandrijfriem, assen van de messen en
spanrollen door een gespecialiseerde werkplaats
controleren op slijtage en beschadigingen.
Indien noodzakelijk
Accu opladen:
Wanneer u het apparaat langere tijd niet gebruikt,
verwijdert u de accu uit het apparaat.
Laad de accu elke 6-8 weken op en voor het
opnieuw in gebruik nemen na opslag.
Controleer de accuspanning met een voltmeter.
Laad de accu op volgens de tabel met een accu-
lader (maximale laadstroom 12 volt, 6 ampère)
bij een spanning van minder dan 12,6 volt (ge-
lijkstroom).
Voltmeteraan-
duiding
12,7 volt
12,4 volt
12,2 volt
12,0 volt
Opmerking
Let op de aanwijzingen in de gebruiksaan-
wijzing van uw acculader.
Zekeringen vervangen:
Vervang defecte zekeringen alleen met zeke-
ringen van gelijke sterkte.
Hydraulische olie voor hydrostatische
aandrijving
Hydrostatische aandrijvingen zijn uitgerust met
een speciaal expansievat voor de hydraulische
.
olie. Onderhoud en controle alleen door een
gespecialiseerde werkplaats tijdens het jaarlijkse
onderhoud.
Oplaadtoestand
Vereiste oplaad-
van de accu
100%
75 %
ca. 90 min.
50 %
ca. 180 min.
25 %
ca. 280 min.
Onderhoud
tijd
-
769-11758