Demontage/Montage en Instellingen het snijmechanisme
Demontage U V
Zet het apparaat op een vlak oppervlak en
Î
schakel de parkeerrem in.
Breng de wielen van het snijwerk in de hoogste
Î
positie.
Laat het snijwerk zakken en breng het in de on-
Î
derste positie.
Steek de vergrendelbout van buiten rechts boven
de hendel voor het instellen van de maaihoogte, in
de gatpositie "
" en borg hem in deze stand door
draaien naar onder.
De hendel voor het instellen van de maaihoogte
bevindt zich onder de vergrendelbout en is zo-
doende in deze positie geborgd en gefixeerd.
Verwijder de V-snaar U [A] van de PTO-koppeling
Î
(motorsnaarschijf) U [B]. Trek hiervoor de linker-
of rechterzijde van de V-snaar naar achteren en
dan naar beneden, terwijl u de motorsnaarschijf
met de hand in de tegengestelde richting draait.
Opmerking
Voorzichtig werken om vastklemmen van de
vingers te voorkomen.
Trek de splitpen links en rechts aan de achterste
Î
snijwerkophanging V [C] eruit V [A], om het
snijwerk van de ophanging te scheiden. Houd het
snijwerk daarbij vast, zodat het niet op de grond
valt.
Schuif het snijwerk naar voren, om het los te kop-
Î
pelen van de voorste ophanging V [B].
Zet de hendel voor het instellen van de maai-
Î
hoogte naar boven in de maximale maaipositie.
Zet de vergrendelbout in de bovenste maaipositie
Î
vast en laat de hendel voor het instellen van de
maaihoogte daarboven op de vergrendelbout
vastklikken.
Trek het snijwerk onder het apparaat uit.
Î
Montage
Om het snijwerk weer in te bouwen, voert u de
Î
stappen van paragraaf „Demontage" in omge-
keerde volgorde uit.
Opmerking
Controleer na de montage, of de V-riem op
de juiste plaats en niet gedraaid is opge-
legd W .
Instelling van het snijwerk O
Zet het apparaat op een vlak oppervlak en
Î
schakel de parkeerrem in.
Opmerking
Voordat u het snijwerk uitlijnt, controleert u
de bandenspanning van het apparaat.
Als het maaiwerk ongelijkmatig lijkt te maaien,
kan een instelling van het zijwaartse niveau
plaatsvinden.
Zijdelings snijwerkniveau instellen
Breng het snijwerk in de middelste hoogtepositie.
Î
Draai de buitenste maaimessen voorzichtig dwars
Î
op de rijrichting.
Meet de afstand van de einden van de beide
Î
buitenste messen tot de grond.
De afstand moet steeds hetzelfde zijn. Indien nodig
kunt u als volgt het correcte niveau instellen. Voer
de instelling aan het instellingssegment [1] van het
snijwerk uit:
Maak de contramoer los [2].
Î
Om het niveau in te stellen, draait u de instel-
Î
moer [3].
Bevestig de contramoer weer.
Î
Snijwerkniveau van voor naar achter
instellen P
Opmerking
Controleer eerst het zijdelingse snijwerkni-
veau.
Zet het apparaat op een vlak oppervlak en
Î
schakel de parkeerrem in.
Breng het snijwerk in de middelste hoogtepositie.
Î
Draai voorzichtig de buitenste snijmessen parallel
Î
aan de rijrichting.
Meet de afstand van de einden van het rechter
Î
mes tot de grond.
Het uiteinde van het mes moet voor ca. 6-9 mm
lager zijn dan achter. Verstel indien nodig de voorste
bevestigingsbeugel [1] als volgt:
Maak de beide moeren los [3] tegen de wijzers
Î
van de klok in.
Om het niveau in te stellen, draait u beide instel-
Î
moeren [2] gelijkmatig.
Draai de beide moeren [3] met de klok mee vast.
Î
NL
87