Schroef de onderste beugel vast vanaf de onderzijde van de grasopvangbak.
Steek de handgreep in de openingen in de deksel en schuif ringen op de draadeinden. Steek
het deel dat op deze manier is gemonteerd door de openingen in de bovenste beugel op het
frame en zet de handgreep vast met bouten. Draai de bouten nog niet vast!
Schroef de deksel vast aan het frame en draai de bouten vast.
Plaats de hendel voor het leegmaken van de bak in de gaten van de beugel binnenin de
opvangbak.
Plaats een bout in het onderste uiteinde van de binnenzijde van de hendel en duw het deel
met de schroefdraad door het gat. Zet van boven vast met een moer en draai deze vast.
Zet de moeren waarmee de handgreep is bevestigd, stevig vast en zet de moeren waarmee
het bovenstuk van het frame is bevestigd, stevig vast. Hiermee is de installatie van de
grasopvangbak compleet.
UITBALANCEREN NA INSTALLATIE
Pak de grasopvangbak vast en hang de bak op aan de haken op de achterplaat van de machine.
Controleer de juiste uitlijning van de grasopvang met het spatbord met behulp van de pijlen
die in de deksel van de grasopvang en in de machinekap zijn afgedrukt. Corrigeer een
eventuele onbalans door de bouten aan de voorste buis en/of de bouten in de zijbeugels los
te draaien, de balans te herstellen en de bouten weer vast te draaien.
Op een goed afgestelde grasopvang is de ruimte tussen de achterplaat van de machine en de
voorste buis van het frame (8) ( (
Als uitlijnen volgens de hierboven beschreven methode niet mogelijk is, voer dan de aanpassing uit
het door de bevestiging van de grasopvangbak op de achterplaat of de bouten en beugels aan de
bovenzijde van de bevestiging te schuiven.
3.4 INSPECTIE VOOR GEBRUIK
3.4.1 OLIEPEIL CONTROLEREN
Plaats voordat u de olie gaat controleren, de tractor horizontaal. De oliedop kunt u bereiken door de stoel
op te tillen. Schroef de peilstok los, veeg deze schoon, steek de peilstok weer in en schroef weer vast.
Schroef vervolgens de peilstok los en lees het oliepeil af.
Het oliepeil moet tussen de twee markeringen op de peilstok staan. Is dat niet het geval, voeg dan
motorolie toe totdat de "FULL" markering wordt bereikt. Het olietype staat beschreven in een aparte
handleiding van de motorfabrikant.
Het oliepeil moet voor elke rit worden gecontroleerd.
3.4.2 ACCU CONTROLEREN
Controleer de accu volgens de aanwijzingen in de handleiding van de fabrikant.
3.3.2b) niet meer dan 5 mm.
(
(
(
Oliepeil op de peilstok:
(1) - (ADD) te weinig olie
(2) - (FULL) oliepeil is goed
193
3.3.2h
3.3.2i
3.3.2j
3.3.2k
3.3.2l
3.3.2m