Steunpoot
• Klap de steunpoot onder het autostoeltje
uit en schuif deze in de voorste uitsparing.
Controleer of de steunpoot in de voorste
uitsparing is vastgeklikt. Voor kinderen tot
een lichaamslengte van 105 cm mag het
autostoeltje uitsluitend worden gebruikt
met een uitgeklapte Isofix-steunpoot in
combinatie met de Isofix-connectoren.
Gebruik van het autostoeltje met alleen de
Isofix-connectoren is niet toegestaan.
• Trek de knop voor de hoogteverstelling
van de steunpoot naar boven en schuif
de telescoopsteunpoot uit. Zorg ervoor
dat deze stabiel in de voetruimte van uw
auto staat.
• Controleer of de indicator op de steunpoot
groen is.
Isofix-connectoren
• Schuif de inbrenghulpen door de gleuf tus-
sen rugleuning en zitting in het kussen van
de autostoel in de Isofix-houders.
• De platte zijde van de inbrenghulpen moet
daarbij naar beneden zijn gericht. Deze
stap is niet vereist als de auto al vast geïn-
stalleerde inbrenghulpen heeft.
• Druk de Isofix-connectorknoppen aan bei-
de kanten in om de Isofix-connectoren in
de lengte uit te schuiven.
• Steek de Isofix-connectoren in de inbreng-
hulpen tot ze hoorbaar vastklikken.
• Duw het autostoeltje stevig tegen de rug-
leuning van de stoel. Zorg ervoor dat beide
Isofix-indicatoren groen worden.
- 59 -
NL