NL
MONTAGE VAN HET AUTOSTOELTJE
2) Klasse 76–105 cm, min. 15 maanden, max. 18 kg,
voorwaarts gericht
BELANGRIJK: GEBRUIK HET AUTOSTOELTJE NIET IN DE RIJRICHTING
ALS HET KIND JONGER IS DAN 15 MAANDEN.
1 . Stel bij de knop RotationControl de leeftijd van uw kind in.
2 . Druk de Isofix-connectorknoppen aan beide kanten in om de Isofix-connectoren
in de lengte uit te schuiven.
3 . Klap de steunpoot uit op de hiervoor beschreven wijze.
4 . Schuif de Isofix-connectoren naar de Isofix-houders op de stoel van de auto
en laat ze vastklikken.
5 . Duw het autostoeltje stevig tegen de rugleuning van de stoel. Zorg ervoor dat
beide Isofix-indicatoren groen worden.
6 . Stel de hoogte van de steunpoot in en zorg ervoor dat deze stabiel in de
voetruimte van uw auto staat.
7 . Controleer of de indicator op de steunpoot groen is.
8 . Het autostoeltje heeft vier instelbare zitposities in de rijrichting.
9 . Om uw kind comfortabel in het zitje te plaatsen, draait u het autostoeltje in de
richting van de autodeur.
10 . Maak de gordelgesp van het autostoeltje los en leg de gordels aan de buitenkant
van het autostoeltje.
11 . Plaats uw kind in het autostoeltje.
12 . Stel de hoogte van de hoofdsteun in zoals eerder is beschreven.
13 . Sluit de gordelgesp weer tot u een klik hoort.
14 . Trek aan het voorste verstellipje om de gordels strak te trekken. Let erop dat
de gordels niet zijn gedraaid.
15 . Draai het autostoeltje naar de voorwaarts gerichte positie. Controleer of het
autostoeltje in deze positie is vastgeklikt.
- 62 -