4.2 Storing door gebrek aan water en herstarts.
Als de Pressdrive merkt dat de pomp droog loopt,
wordt de motor stopgezet. De rode FAULT-indicator
knippert. De Pressdrive probeert na 1, 5, 15 en 60
minuten opnieuw te starten (Afb. 7). Als de herstarts
zonder
succes
blijven,
permanent in de storingsmodus. De rode FAULT-
indicator blijft branden.
U kunt de herstartcyclus afbreken of de permanente
storingsmodus resetten door op de RESET-knop te
drukken.
4.3 Minimumdebiet.
Als het door de groep geleverde debiet lager is dan
1 l/min knippert de LINE-indicator heel snel. Na 10"
stopt de motor normaal. De groep blijft in de "stand-
by modus".
4.4 Afstelling van de inschakeldruk
De inschakeldruk kan worden afgesteld door middel
van een schroef die zich aan de bovenzijde van de
set bevindt (afb.5).
Open een kraan van de installatie en lees de druk
die op de manometer wordt aangegeven op het
startmoment.
Draai de regelschroef in de gewenste richting.
Normaal gesproken moet de start 0,2 bar (3 psi)
hoger worden ingesteld dan de statische druk van de
installatie boven de set.
6. MOGELIJKE STORINGEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
1) De groep stopt niet.
2) Motor werkt wel, maar de pomp geeft geen druk.
3) Onvoldoende druk.
4) De groep start en stopt voortdurend.
5) De groep start niet.
1
2 3 4 5 OORZAKEN
X
Een klep is gesloten.
X
X
Er lekt water uit een kraan of koppelstuk. Repareer het lek.
X Geen water.
X Pomp is geblokkeerd
X
Totale
voorzien.
X X X
Er
komt
aanzuigleiding.
X Gebrek aan spanning
X
X
Verlies van water in leidingen.
X De waterkolom is groter dan de druk bij
inbedrijfstelling van de groep.
7. TECHNISCHE GEGEVENS
Vloeistoftemperatuur:
Omgevingstemperatuur:
Opslagtemperatuur:
Max. relatieve luchtvochtigheid omgeving: .......95%
Maximale hoogte ...................................1500 m.
Openingsdruk:.......................................1,5 - 2,5 .bar
dan
blijft
Pressdrive
opvoerhoogte
groter
lucht
binnen
4ºC - 60ºC
0ºC - 40ºC
-10ºC - 50ºC
5. ONDERHOUD
Onze
automatische
onderhoudsvrij.
Maak het apparaat met een vochtige doek
schoon. Gebruik hiervoor geen agressieve
schoonmaakmiddelen.
In geval van bevriezingsgevaar, dient u uit
voorzorg alle leidingen leeg te laten lopen.
Als u het apparaat langere tijd niet gaat
gebruiken, dient u het te demonteren en op
een droge, goed geventileerde plek op te
bergen.
LET OP: in geval van storing mag alleen een
erkende technische dienst werkzaamheden
aan het apparaat uitvoeren.
De lijst Erkende Technische Diensten vindt u op
www.espa.com.
Dit apparaat bevat geen giftige of verontreinigende
materialen waar u rekening mee moet houden
wanneer u deze ten slotte wilt afdanken. De
belangrijkste onderdelen zijn naar behoren
gekenmerkt om een gescheiden afvalverwijdering
te waarborgen.
OPLOSSINGEN
Open de klep.
Wacht tot het water weer op peil is en druk op de
resetknop.
Neem contact op met bevoegd personeel.
dan
Controleer
de
weerstandsverlies . (leidingsverliezen / buisdoor-
meters)
door
Dicht de hulpstukken en koppelingen goed.
Voeding/Zekeringen nakijken
Repareer het lek.
Controleer de inschakeldruk van de groep.
25
NL
pompinstallaties
zijn
opvoerhoogte
en
het