3.4.5 HET OLIEPEIL IN HET HYDRAULISCH CIRCUIT CONTROLEREN (geld alleen voor de maaier 106 4x4)
De maaier 106 4x4 is voorzien van een hydraulisch circuit met een overlooptank met de voorgeschreven hoeveelheid
olie. Het oliepeil in de tank kan tijdens het transport dalen. De overlooptank bevindt zich onder de motorkap bij het
3.4.5
stuurwiel
► Controleer of het oliepeil tussen de twee markeringen op het vereffeningstankje is, vul zo nodig bij met de nodige hoeveelheid
van de voorgeschreven olie (
Veeg het gebied rond de tankopening en de tankopening zelf schoon. Maak ook regelmatig de gehele tank schoon, omdat vuil in de
olie de levensduur van het oliefilter bekort en een defect tot gevolg kan hebben.
3.4.6 HET HYDRAULISCH CIRCUIT ONTLUCHTEN (ALLEEN 106 4x4 MAAIERS)
Het hydraulisch systeem wordt volledig ontlucht tijdens de eerste paar uren dat u met de maaier rijdt - wij adviseren u de maaier 1 tot
2 uur "in te rijden" met een niet te zware belasting. Als tijdens het inrijden de klank van het hydrofoon geluid veranderd, kan er lucht
in de vooras zitten. U kunt de vooras ontluchten door de doppen aan de linker- en rechterkant los te draaien. Draai de doppen weer
vast zodra de olie constant stroomt.
3.4.7
DE AFDICHTING VAN HET HYDRAULISCH CIRCUIT CONTROLEREN (ALLEEN OP 106 4x4 MAAIERS)
Controleer het hydraulische circuit visueel op olielekken, namelijk de plaatsen waar de fittingen met de transmissies verbonden zijn.
Als u lekken ontdekt, breng dan uw servicecentrum op de hoogte.
3.4.8 DE MACHINE VAN DE PALLET AFRIJDEN
Na alle montagewerkzaamheden en inspecties te hebben uitgevoerd, in de voorgaande hoofdstukken aangegeven, kan de maaier
van de pallet gereden worden. Zorg daartoe voor geschikte oprijplaten die voor de voorwielen van de maaier geplaatst worden.
-
Start de maaier volgens 5.2 DE MOTOR STARTEN en rij de maaier langzaam en voorzichtig van de pallet. Rijden met de
maaier, zie hoofdstuk 5.5 RIJDEN MET DE MAAIER.
-
Het is ook mogelijk om de maaier van de pallet te rijden zonder hem op te starten. Daarvoor is het nodig de achterwielaandrijving
uit te schakelen. Voor nadere bijzonderheden, zie 4.2 BESCHRIJVING EN FUNCTIES VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN /
(21) EN (22) BY-PASS HENDEL - VRIJE BEWEGING VAN DE ACHTERWIELEN.
Als u besluit om met de bypass van de pallet af te rijden, moet u goed opletten dat de maaier niet versnelt als deze de oprijplaten
afrijdt en tegen mensen of apparatuur in de ruimte botst.
6.3.16).
230