Parameter
Karakteristiek
Bij stroom- en
spanningsingang wordt de
relatie tussen
sensorsignaal en
aanwijswaarde
aangegeven.
Bij de temperatuur-
ingangen wordt de
eenheid voor de
aanwijzing getoond.
Signaaldemping
τ
Filterconstante
in sec.
voor demping van het
ingangssignaal.
* Decimale punt sensor
Keuze van aantal
decimalen sensorschaal
* Schaalinstelling
sensor 0%
Meetbereik
aanvangswaarde
van de sensoren
* Schaalinstelling sensor 100%
Meetbereiks-eindwaarde
van de sensoren
* Referentietemperatuur
Keuze tussen interne en
externe
referentietemperatuur bij
thermo-elementen
* Constante
referentietemperatuur
Invoer van de constante
referentietemperatuur bij
thermo-elementen
Instelmogelijkheden
CURVE
* Stroom-/spanningsingang:
LINAR
lineair ingangssignaal
5QRT
worteltrekken van een
kwadratisch ingansg-
signaal
TABLE
vrij instelbare
linearisatietabel
* Temperatuuringangen:
°C
Graden Celsius
°F
Graden Fahrenheit
DAMP
Waardebereik:
0 ... 99
5c DP
Keuzebereik:
0 ... 4 decimalen
Sc LO
Waardebereik:
-19999 ... 99999
Sc HI
Waardebereik:
-19999 ... 99999
COMPT
INT
Referentietemperatuur
met interne sensor
gemeten
CONST
Vaste referentie-
temperatuur
FTMP
Waardebereik:
0 ... 200
Procesaanwijsinstrument
Default-
Momentele
instelling
instelling
LINAR
°C
0
999,9
0,0
100,0
INT
0
169