De details van de classificaties zijn opgenomen in de onderstaande tabel:
MATE VAN HARDHEID
KLASSE 0
KLASSE 1
° dH
< 3°
> 4°
° e
< 3,75°
> 5°
° f
< 5,4°
> 7,2°
Instelling apparaat
0 – zeer zacht
1 – zacht
3| Vul een glas met water en steek hier een
staafje in
(afbeelding B1 –
B2).
4| Haal het staafje uit het glas. Lees na 1
minuut het niveau van de hardheid af
(afbeelding B3 –
B4).
5| Geef bij het instellen van het apparaat het
aantal rode zones aan
(afbeelding
B6).
6.2| PLAATSEN VAN HET FILTER
Als u het apparaat voor de eerste keer inscha-
kelt, wordt u gevraagd om het filter te plaatsen.
Als u dat wilt doen en als de hardheid van het
door u gebruikte water het vereist, selecteert u
JA
en volgt u de instructies op het scherm.
1| Plaats het filter in het apparaat.
2| Schroef het filter in de bodem van het water-
reservoir en gebruik daarvoor de accessoires
(afbeel-
die bij het filter zijn meegeleverd
17
ding A4 –
A5).
3| Stel de maand in waarin het filter werd
geplaatst (positie 1 op de afbeelding, het cij-
fer links in de opening) door de grijze ring
aan de bovenkant van het filter te verdraaien.
De maand waarin het filter moet worden ver-
vangen wordt aangegeven op positie 2 op
de volgende afbeelding (cijfer rechts in de
opening).
KLASSE 2
KLASSE 3
KLASSE 4
> 7°
> 14°
> 21°
> 8,75°
> 17,5°
> 26,25°
> 12,6°
> 25,2°
> 37,8°
2 –
3 – hard
4 – zeer hard
gemiddelde
hardheid
4| Zorg ervoor dat het waterreservoir wordt
gevuld na het plaatsen van het filter.
5| Plaats een container of bak van 0,6 l onder
de stoomuitlaat
(afbeelding
A8). Stel het
apparaat altijd in, ongeacht het feit of al dan
niet een filter werd geplaatst. Dat wil zeggen
dat de watercircuits gevuld moeten worden.
Volg hiervoor de instructies op die op het
scherm worden getoond.
6| Het apparaat start met het vullen van de
watercircuits, het verwarmen van de circuits
en zal vervolgens een automatische spoeling
uitvoeren. De informatie op het scherm geeft
aan wanneer de installatie is afgerond.
220
7| BELANGRIJKE INFORMATIE
VOORAFGAAND AAN HET
BEREIDEN VAN DRANKEN
7.1| HET VOORBEREIDEN VAN DE
APPARATUUR
1| Verwijder het waterreservoir
en vul het
16
(afbeelding A3 – A6)
.
2| Plaats het waterreservoir
weer terug
16
(afbeelding
A7).
3| Verwijder het deksel van het koffiebonenre-
servoir
en vul het met koffiebonen (max.
1
250 g)
(afbeelding A12 –
A13).
4| Plaats het deksel weer op het koffiebonenre-
servoir
(afbeelding
A14).
1
VOORZICHTIG
Vul het waterreservoir
niet met heet
16
water, melk of andere vloeistoffen.
VOORZICHTIG
Vul het koffiebonenreservoir nooit
met gemalen koffie. Het wordt aanbe-
volen om voor dit apparaat geen olie-achtige,
gekaramelliseerde of gearomatiseerde koffiebo-
nen te gebruiken. Dergelijke soorten bonen kun-
nen het apparaat beschadigen. Controleer of de
koffiebonen geen vreemde deeltjes bevatten,
zoals kiezelsteentjes, omdat bij schade door
vreemde deeltjes de garantie komt te vervallen.
Doe geen water in het koffiebonenreservoir.
7.2| VOORBEREIDEN VAN DE MOLEN
Afhankelijk van de gekozen drank en de sterkte
van de geselecteerde koffie, zal uw apparaat
automatisch de hoeveelheid gemalen koffie
aanpassen.
U kunt de sterkte van uw koffie ook instellen
door de fijnheid van de maling van de koffie-
bonen aan te passen . In het algemeen gesteld:
hoe fijner de maling van de koffiebonen, hoe
sterker de koffie zal zijn en hoe dikker de
cremalaag.
Afhankelijk van het soort koffie dat wordt
gebruikt, kan dit ook afwijken. Voor espresso
adviseren wij een fijnere instelling en voor nor-
male koffie een grovere maling.
Pas de fijnheid van de maling aan door de
schuifknop voor de aanpassing van de fijnheid
van de maling
te verplaatsen. Deze treft u
2
aan op de bovenkant van het apparaat
(afbeel-
ding
A14).
OPMERKING
Deze instelling dient gedurende het
malen te worden gedaan, stapje voor
stapje. Na 3 keer zult u een uitgesproken veran-
dering van de smaak ervaren.
Het instellen van de fijnheid van de maling is
zinvol als u een ander soort koffie gaat gebrui-
ken of koffie wilt maken die minder sterk is. Het
wordt echter niet geadviseerd om deze instel-
ling systematisch toe te passen.
7.3| HET AANPASSEN VAN DE
KOFFIE-UITLOOP
Voor alle beschikbare dranken kunt u de hoogte
van koffie-uitloop
hoger of lager instellen,
15
afhankelijk van de grootte van uw kopje, beker
of glas
(afbeelding
A15).
221