ten voldoen aan de van kracht zijnde normen en moe-
ten uitgevoerd worden in overeenstemming met de
voorschriften van de wet ter voorkoming van arbeids-
ongevallen (norm IEC 26-23 en IEC CLC 62081).
Sluit de gastoevoer aan op het verbindingselement I en
controleer of de installatie in staat is een debiet en druk
te leveren die voor de gebruikte toorts geschikt zijn.
Sluit een drukregelaar aan op de persluchtfles als u hier
voor de toevoer gebruik van maakt. Sluit de persluchtfles
nooit direct aan op de reductor van de machine. De druk
kan het vermogen van de reductor overschrijden
waardoor de reductor zou kunnen ontploffen.
Controleer of de voedingsspanning voldoet aan de span-
ning die aangegeven is op het gegevensplaatje op de
voedingskabel. Corrigeer de voedingsspanning als dit
niet het geval is met behulp van het klemmenbord voor
spanningvariaties AE in het apparaat (afb.3).
fig. 3
De machine is voorzien van een functieschakelaar, en
dus:
a) Zorg voor een hoofdschakelaar met voldoende capaci-
teit die voldoet aan de gegevens van het gegevensplaat-
je als het apparaat permanent (zonder stekker) op het
lichtnet wordt aangesloten.
b) Maak gebruik van een stekker die voldoet aan de
gegevens van het gegevensplaatje als u voor een derge-
lijke aansluiting kiest. De stekker moet in dit geval
gebruikt worden om de machine helemaal van het licht-
net los te koppelen nadat u de schakelaar A op "O"
geplaatst heeft (afb. 2).
De groengele draad van de voedingskabel moet op de
aardeaansluiting worden aangesloten.
Eventuele verlengsnoeren moeten een doorsnede heb-
ben die geschikt is voor de I1 max. opgenomen stroom
die op het technische gegevensplaatje vermeld is.
4. GEBRUIK
U kiest de bewerkingswijze met behulp van de toets W:
de leds N, O, P voor snijden (CUT), snijden van roosters
(SELF-RESTART) en schoonbranden (GOUGE) gaan
branden.
All manuals and user guides at all-guides.com
Schakel het apparaat in met behulp van de knop A (de
displays U,V en de leds N,O,P gaan branden).
Achtereenvolgens worden snel de volgende gegevens
weergegeven:
-het artikel van de generator (display U),
-de geïnstalleerde firmware versie (display V),
-de naam van de gemonteerde toorts (display U en V).
Vervolgens wordt op het display U de opschrift LEN
(lengte van de toorts) weergegeven, terwijl op display V
de afmeting knippert (= 12 meter, fabrieksinstelling).
U moet de afmeting wijzigen met behulp van de knop Z
als de gebruikte toorts een afwijkende lengte heeft.
Na 5 seconden wordt de gekozen waarde opgeslagen en
voor de volgende inschakelingen van de generator
bewaard.
U kunt de lengte wijzigen als er sprake is van een ver-
keerde begininstelling door tegelijkertijd te drukken op de
toetsen W en Q. Kies vervolgens de gewenste afmeting
met behulp van de knop Z.
Nu kunt u de correcte werkdruk instellen met behulp van
een druk op de Q toets (SET). Neem de indicaties van de
leds S en T in acht. Er is sprake van een lage druk als de
led S brand. De druk is hoog als de led T brandt. Draai
aan de knop H van de drukreductor tot de beide leds
branden (correcte druk). Zet de knop vervolgens vast
door hem in te drukken.
4.1 SNIJDEN ("CUT" SNIJWIJZE)
Stel met behulp van de knop Z de snijstroom afhankelijk
van de te snijden dikte af in overeenstemming met de
aanwijzingen van de snijtabel.
Tijdens het afstellen van de stroom wordt op het display
V de juiste doorsnede van de te gebruiken mondstuk
aangegeven.
Sluit de klem van de aardekabel aan op het te snijden
stuk en controleer of de klem en het stuk een correcte
elektrische verbinding maken. Dit geldt met name in het
geval van gelakte, geoxideerde of met isolatiemateriaal
beklede staalplaten. Sluit de klem nooit aan op het deel
dat verwijderd moet worden.
Met een snijstroom van 20 tot 45A en een mondstuk met
een doorsnede van 1,2 mm kunt u snijden door het
mondstuk direct op het stuk te laten steunen (drag cut).
In het geval van een stroom van meer dan 15A is het
noodzakelijk dat u een verend afstandsblok of een
afstandsblok of tweepuntig gebruikt om te voorkomen
dat het mondstuk of de bescherming ervan direct met het
te snijden stuk in aanraking komt.
Bewaar een afstand van ongeveer 4 mm tussen de
bescherming van het mondstuk en de bescherming als u
de toorts automatisch gebruikt, zie de snijtabellen.
Druk de knop van de toorts in om de ontstekingsboog in
te schakelen.
Na ongeveer 2 seconden gaat de ontstekingsboog uit als
u niet onmiddellijk begint te snijden. Druk nogmaals op
de knop om de ontstekingsboog weer in te schakelen.
Houd de toorts tijdens het snijden verticaal.
Beëindig de snede en laat de knop los. Uit de toorts zal
lucht blijven stromen om hem af te koelen.
We raden u aan het apparaat uit te schakelen voor
deze tijd verstreken is.
55