4.3.2 Benodigd gereedschap
Afb.
a
, pagina A1. Voor de montage heeft u het
volgende gereedschap nodig (de deur voor inbouw in
de garage leggen, voor zover geen andere toegang
beschikbaar is):
•
Duimstok of rolmaat
•
Omschakelbare ratel met verlenging
•
Dopsleutels SW 7, 10, 13 en T30 (indien nodig
ook steek- of ringsleutels)
•
Kruiskopschroevendraaier PH, gr. 2
•
Schroevendraaier T30
•
Klopboormachine
•
Boor 10 mm (boorlengte min. 200 mm)
•
Krijt voor het aftekenen
•
Stanleymes
•
Waterpas (min. 80 cm)
•
Metaalzaag
•
Waterpomptang
•
Hamer
•
Beitel
•
Min. twee lijmtangen
•
Ladders en indien nodig ondersteuningen
•
Persoonlijke beschermingsuitrusting
4.4
Montage van de deur
Haal het afbeeldingengedeelte uit de montagehand-
leiding en volg de afbeeldingen parallel aan de werk-
instructies.
De afbeeldingen in deze montagehandleiding
tonen de montage op basis van het
voorbeeld van de deurvariant iso20-4 ZF. De
opgegeven montagestappen en uitleg gelden
echter ook voor de deurvariant iso45-5 ZF,
indien niets anders is vermeld. Afwijkende
stappen zijn overeenkomstig gemarkeerd.
4.4.1 Deur opstellen en positioneren
Vóór aanvang van de montage de losse onderdelen
(looprails, bochtstukken en verpakkingszakje) van het
deurblad verwijderen.
Afb.
a
, pagina A2. Het voorgemonteerde deurblad
oprichten en plaats het achter de doorrijdopening.
Beveilig het deurframe tegen omvallen en het met
een waterpas horizontaal uitlijnen. Verwijder daarna
de draaghulpen.
Afb.
b
Boor voor de kozijnprofielen (1R/1L) boven bij
de kozijnkop, evenals voor de montage van de plaat-
houder (13) elk een pluggat (Ø=10 mm) met een
diepte van min. ca. 65 mm. Hiervoor bij voorkeur een
steenboor gebruiken.
Afb.
c
en Afb.
d
Schroef de plaathouder (13), even-
als rechts en links de kozijnkop elk met de bou-
ten (S8) en bijbehorende pluggen (S9) vast.
42 - NL
4.4.2 Voormontage van de horizontale
looprailparen
Afb.
a
Verwijder de transportbout uit het hoekverbin-
dingsprofiel (20L/20R) en het kozijn (1L/1R). Trek
daarna de looprailverbinder (6) onder het deurblad
uit.
Afb.
b
Demonteer
fiel (20L/20R) van de looprailverbinder (6).
Afb.
c
Monteer de verbindingsplaat (18) met de bou-
ten (S6 en S12). Zorg hierbij dat de boutkoppen (S6)
t.o.v. de looprail naar binnen zijn gemonteerd!
Afb.
d
Monteer
len (20L/20R) met de bouten (S6 en S12) op het
looprailpaar (14L/14R).
4.4.3 Montage van de looprailparen op het
frame
Afb.
a
en Afb.
met het kozijnprofiel (1L/1R) door het looprail-
paar (14L/14R) in het vormeindstuk (16L/16R) te
schuiven en met de schroeven (S17) vast te schroe-
ven.
Afb.
c
Ondersteun de looprailparen (14L/14R) bij de
montage met geschikte hulpmiddelen aan het achter-
ste uiteinde en lijn de looprailparen (14L/14R) vervol-
gens horizontaal uit.
Afb.
d
Monteer de looprailbochtstukken (30) op de
kozijnprofielen (1L/1R), evenals met de verbindings-
platen (18), door ze met de bouten (S17 + S12) vast
te schroeven.
LET OP
Mogelijke rolblokkade bij de
overgangen van de looprails.
Zorg voor een vloeiende overgang tus-
sen de looprailprofielen, pas indien no-
dig de bochtuiteinden iets aan.
4.4.4 Afhangen van de horizontale looprailparen
LET OP
De ankerrail (27) moet op basis van
de totale ophanging worden
onderverdeeld
De ankerrail (27) is bedoeld voor alle
ophangingen en moet met vooruitzien-
de blik in de benodigde segmenten wor-
den onderverdeeld
Afb.
a
, pagina A5. Het afhangen achter bij het
looprailpaar (14L/14R) gebeurt, afhankelijk van de
bouwkundige omstandigheden, in twee montagevari-
anten:
Deze montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding moet tijdens de gehele gebruiksduur worden bewaard!
het
hoekverbindingspro-
de
hoekverbindingsprofie-
b
Verbind het looprailpaar (14L/14R)