voeren volgens de verschillende werkwijzen die
in deze handleiding of in de instructies die met de
accessoires geleverd worden, beschreven zijn.
Tegelijkertijd kan de mogelijkheid bijkomende
accessoires te gebruiken (indien voorzien door
de Fabrikant) het gebruik ervan uitbreiden
naar andere functies, volgens de limieten en
condities die beschreven zijn in de instructies
die de accessoires zelf vergezellen.
4.1.2 Onjuist gebruik
Elk ander gebruik dat afwijkt van wat is
voorzien, kan gevaarlijk zijn en schade
berokkenen aan personen en/of zaken. De
volgende situaties behoren tot het onjuist
gebruik (bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend):
• andere personen, kinderen of dieren op de
machine vervoeren, die bij een mogelijke
val ernstige letsels kunnen oplopen en veilig
sturen van de machine kunnen belemmeren;
• lasten duwen;
• gebruik van de machine op onstabiele,
gladde, bevroren, stenige of oneffen
terreinen, in geval van plassen of
moerassen die niet toestaan de consistentie
van het terrein in te schatten;
• de maai-inrichting aanschakelen
op zones zonder gras;
• de machine te gebruiken voor het
verzamelen van bladeren of afval;
• het gebruik van een andere accuconfiguratie
dan de gespecificeerde configuratie
(zie de sectie technische gegevens).
KENNISGEVING
Oneigenlijk gebruik brengt verval van zowel
de garantie als de aansprakelijkheid van
de fabrikant teweeg waardoor de gebruiker
zelf verantwoordelijk is voor schade of
letsel die hijzelf of anderen oplopen.
4.1.3 Type gebruiker
Deze machine is bestemd voor gebruik door
consumenten, d.w.z. door niet professionele
bedieners. Het is bedoeld voor "hobbygebruik",
en moet door één bediener worden gebruikt.
4.2 VEILIGHEIDSSIGNALEN
Er zijn verschillende symbolen op de machine
aanwezig (Afb. 2 ). Hun taak is de bediener
te herinneren aan het gedrag dat hij moet
aanhouden om de machine met de nodige
aandacht en voorzichtigheid te gebruiken.
Betekenis van de symbolen:
VEILIGHEIDSINSTRUCTIE
De beschadigde of onleesbaar geworden labels
moeten vervangen worden. Vraag nieuwe labels
aan uw eigen geautoriseerd Dienstcentrum.
4.3 IDENTIFICATIE-ETIKET
Het identificerende label bevat de
volgende gegevens (Afb. 1):
1. Geluidsvermogenniveau.
2. Conformiteitskenteken.
3. Bouwjaar.
4. Machinetype.
5. Serienummer.
6. Naam en adres van de fabrikant.
7. Artikelcode.
8. Maximale snelheid voor de
werking van de motor.
9. Gewicht in kg.
10. Elektrische beschermingsgraad.
NL - 8
LET OP
Lees de aanwijzingen door
voordat de machine wordt
gebruikt.
LET OP
Verwijder de sleutel, en lees
de aanwijzingen door voordat
eender welke handelingen
van het onderhoud of de
herstelling wordt uitgevoerd.
GEVAAR VOOR WEGSCHIE-
TENDE VOORWERPEN
Niet werken zonder de ach-
terste aflaatbeveiliging of de
opvangzak erop bevestigd te
hebben.
GEVAAR VOOR WEGSCHIE-
TENDE VOORWERPEN
Houd alle personen buiten het
werkgebied tijdens het gebruik.
GEVAAR VOOR OMKANTE-
LEN VAN DE MACHINE
Gebruik deze machine niet op
hellingen van meer dan 10°.
GEVAAR VOOR VERPLET-
TERING
Controleer dat kinderen op
voldoende afstand van de
machine blijven wanneer de
motor draait.
GEVAAR VOOR SNIJWONDEN
Bewegende maai-inrichtingen.
Plaats de handen of de voeten
nooit in de zitting van de maai-in-
richtingen.