Descargar Imprimir esta página

Aansluitingen; Aansluiting Met Externe Luchtinlaat; Aansluiting Rookafvoerkanaal; Elektrische Aansluiting - Jøtul PF 500 Manual De Instalación, Utilización Y Mantenimiento

Publicidad

Idiomas disponibles

Idiomas disponibles

NEDERLANDS
Lekdichte staalplaat
Inspectieluik
Externe
luchtinlaat
Dit type installatie (zie Afb. 6.6) vereist een horizontaal
tracé om aan te sluiten op een reeds bestaand
rookafvoerkanaal. Neem de in de afbeelding aangegeven
hellingen in acht, om de asafzetting in het horizontale
tracé van de buis te beperken. Aan de onderkant van
het rookafvoerkanaal is een "T"-koppeling aangebracht
met een inspectiedop, net zoals bij de opening van het
rookafvoerkanaal.
Het wordt afgeraden om als begintracé een bocht van 90°
te installeren, aangezien de as in korte tijd de doorgang
van de rookgassen blokkeert en zo trekproblemen van de
kachel veroorzaakt (zie Afb. 6.2).
T-koppeling
voor
condens
Externe
luchtinlaat
88
Bescherming
tegen de regen
Afdekplaat
T-koppeling met
opvangkamer
en voor condens
Afb. 6.5
Bescherming
tegen de regen
Inspectieluik
Afb. 6.6

7 AANSLUITINGEN

De aansluitingen moeten worden uitgevoerd door een
gekwalificeerd en/of door de Fabrikant geautoriseerde
technicus�
Het soort kabel, met bijbehorende doorsnede, dat in
geval van vervanging door de fabrikant moet worden
gemonteerd is: H05RR-F doorsn�3G0,75
7�1 AANSLUITING MET EXTERNE
LUCHTINLAAT
Om de aansluiting met externe luchtinlaat uit te voeren,
gaat u als volgt te werk:
STAP
ACTIE
Sluit een buis met een diameter van
40 mm aan op de buis voor de inlaat
verbrandingslucht in het achterste deel van
1
de kachel.
Opmerking: de buis moet een lengte hebben
van maximaal 2 m.
De luchtinlaat moet zodanig worden geïnstalleerd dat hij
niet geblokkeerd kan worden�
7�2 AANSLUITING ROOKAFVOERKANAAL
Het rookafvoerkanaal moet van zodanige afmeting zijn dat
de door de Fabrikant verklaarde trek wordt gegarandeerd�
De kachel moet worden aangesloten op een apart
rookafvoerkanaal� HET is verboden om de kachel aan
te sluiten op een rookafvoerkanaal waarop ook andere
verbrandingstoestellen of afvoeren van kappen zijn
aangesloten�
Het rookkanaal moet geïnspecteerd kunnen worden voor
de reiniging�
7�3 ELEKTRISCHE AANSLUITING
De stekker van de voedingskabel mag pas worden
aangesloten nadat de installatie is voltooid en het apparaat
is gemonteerd en moet ook na de installatie toegankelijk
blijven.
Om de elektrische aansluiting uit te voeren, gaat u als
volgt te werk:
• Sluit de voedingskabel eerst op de stekker aan de
achterkant van de kachel aan en daarna op een
wandstopcontact.
• Voorzie de kachel van stroom door de schakelaar in
stand (I) te brengen
Wanneer de kachel niet wordt gebruikt, wordt geadviseerd
om de voedingskabel los te koppelen�
Let op dat de voedingskabel (en eventuele andere kabels
buiten het apparaat) niet met warme oppervlakken in
aanraking komen�
Zorg ervoor dat de elektrische installatie is uitgerust met
aarding�
Voor een directe verbinding op het elektriciteitsnet
moet een inrichting worden aangelegd die de
afkoppeling van het elektriciteitsnet verzekert, met
een openingsafstand van de contacten die in de
omstandigheden van overspanningscategorie III de
volledige ontkoppeling mogelijk maakt, overeenkomstig
de installatievoorschriften�
Aanbevolen wordt aan het bevoegde personeel om de
elektrische aansluitingen heel goed te controleren na elke
op het product ingevoerde ingreep�
Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze worden
vervangen door de fabrikant of door het technisch
servicecentrum of in elk geval door iemand met een

Publicidad

loading