Bedieningspaneelfuncties en –plaats ervan
"OMLAAG-"
solenoïde:
groene
InteLIFT
-
®
controle-
bedrijfs- en
lampjes
storingscontrole-
lampje*
LCD-
venster
Omlaag <
Omhoog >
Stroom
Volgende
"AAN"
Instellen
groen
Shift
controle-
lampje
bedieningshandvatkabel
Opmerking: Het rode lampje knippert als een van de
InteLIFT
-modi wordt geactiveerd. Als het lampje brandt
®
maar niet knippert, geeft dit een systeemstoring aan.
(Tek. MHP2159NL)
Bedieningspaneel instellen
Er zijn vijf knoppen met de opschriften: 'Shift', 'Set-up', 'Next',
'Up' en 'Down' aan de voorkant van het bedieningspaneel. De
bedieningsmodi en instellingen van het systeem worden door
middel van deze knoppen uitgevoerd, en doen het volgende:
• Bedieningsmodi veranderen.
• Een bedrijfsgereedheid-zelftest uitvoeren.
• De 'TARRA'-afstellingen uitvoeren.
• De functie 'Interlock' of 'Smart Drop' vrijgeven
• Configureren voor vermogen
Set-Up: Gaat naar de instellingsmodus, of sluit deze af.
Next: Gaat naar het volgende instellingsmenu.
Up/Down: Een reeks opties, gebaseerd op de weergegeven func-
tie. De knoppen Up/Down wijzigen de geselecteerde functie of
parameter die in het LCD-venster wordt weergegeven (float,
dump, interlock, smart drop enz.).
• De knoppen Up/Down op het bedieningspaneel voeren niet
dezelfde functie uit als de tuimelschakelaar "UP"/"DOWN"
op het bedieningshandvat.
Balancerrichtings- en solenoïdecontrolelampjes
De richting van de balancer en de werking van de solenoïde wor-
den aangegeven door de rij met zes groene lampjes aan de rech-
terkant van het LCD-venster.
Twee groepen van drie lampjes op het bedieningspaneel knippe-
ren tijdens het omhoog- en omlaagbrengen van de last.
MHD56237 - Uitgave 2
"OMHOOG-"
"AAN" - "UIT"
solenoïde:
schakelaar
groene
met stroom-
controle-
onderbreker
lampjes
Voedings-
aansluiting
Aansluiting
Voorspankabel
Stroom "ON"- en InteLIFT
Links van het LCD-venster zitten twee lampjes. Als het groene
voedingslampje brandt, geeft dit aan dat stroom aan het bedie-
ningspaneel wordt geleverd.
Naast het voedingslampje zit het InteLIFT
rode controlelampje gaat knipperen als een van de InteLIFT
bedieningsmodi wordt geactiveerd. Als het lampje aan is maar
niet knippert, duidt dit op een systeemstoring.
Bedieningswerking
Zie tek. MHP2157NL op pagina NL-9.
Met het bedieningshandvat kan de operator de werking van de
balancer en een aan de balancer bevestigde tilhulp (indien
gebruikt) regelen terwijl de operator op de werkplek blijft. Hier-
door wordt de last nauwkeurig gepositioneerd.
De standaard kabellengte van het bedieningshandvat is 3,7 m
(12 ft).
Het bedieningshandvat voorziet de operator van de volgende
bedieningsfuncties:
Stroom uit/Noodstop
Stroom aan
InteLIFT
( Dump of Float "ON" of "OFF")
®
Variabele snelheden selecteren
Up/Down Bediening
Clamp/Unclamp
Stroom uit/Noodstop
De knop Stroom uit/Noodstop bevindt zich boven op het handvat.
Als de knop Stroom uit/Noodstop wordt ingedrukt, wordt de voe-
ding naar het handvat en het bedieningspaneel uitgeschakeld, het-
geen de werking van de balancer stopt.
Nadat de balancer gestopt is, gaat hij pas weer werken als de
knop Stroom "ON" op het bedieningshandvat wordt ingedrukt.
Stroom aan
Nadat de knop Stroom "ON" ingedrukt is, blijft een groen lampje
op het bedieningspaneel en op de pendanthendel branden als de
balancer klaar is voor gebruik.
De InteLIFT
®
Met de InteLIFT
-knop wordt Float of Dump geactiveerd wan-
®
neer dit op het bedieningspaneel is geprogrammeerd. Als de optie
InteLIFT
®
niet vereist is, wordt NONE geprogrammeerd op het
bedieningspaneel. In dat geval brandt het rode lampje op het
bedieningspaneel niet wanneer op het bedieningshandvat op de
InteLIFT
®
-knop wordt gedrukt.
Float: Stelt de operator in staat de vastgemaakte last vast te grij-
pen om hem omhoog/omlaag te brengen en te positioneren zon-
der het bedieningshandvat te gebruiken.
De modus Float wordt gebruikt bij een haak van een weegcel of
met de druktransductor van de eenheid.
Model ISW-eenheden maken geen gebruik van een module met
een haak voor de weegcel.
1.
Zorg dat een haak voor een weegcel met de juiste capaciteit
op de balancer is aangebracht.
2.
Sluit de stekker van de weegcel aan de achterzijde van het
bedieningshandvat aan.
3.
Zorg dat alle aansluitingen schoon zijn en goed vastzitten.
-controlelampjes
®
-controlelampje. Het
®
-
®
NL-8