DEX Next L
6. Elektrische aansluiting
A
NL
Elektrische aansluiting
Opmerking: Indien nodig kan de aansluitklem naar het bovenste deel van het appa-
raat worden verplaatst. Volg de instructies in de volgende paragraaf.
Verzeker u er van voordat u het apparaat elektrisch aansluit dat de spanning uitge-
schakeld is!
1. Verwijder de buitenste omhulsels van de aansluitkabel tot ongeveer 6 cm vanaf het
punt waarop het uit de wand komt. Schuif het beschermrubber voor spatwater met
de kleinste opening naar voren over de aansluitkabel, zodat het beschermrubber
vlak op de wand wordt geplaatst. Dit voorkomt dat eventueel binnendringend water
met de elektriciteitkabels in aanraking komt. De aansluitkabel mag niet beschadigd
zijn! De beschermende doorvoertule moet worden gebruikt!
2. Strip de afzonderlijke draden en verbind ze met de aansluitklem volgens het scha-
kelschema. Het apparaat moet worden aangesloten op de aardleiding.
3. Trek de beschermring zo ver over de aansluitkabel en vorm de aansluitkabels zoda-
nig dat de beschermring zonder mechanische spanning in de uitsparing in de schei-
dingswand past. Plaats de doorvoertulebevestiging (A).
4. Sluit de kabel van het bedieningspaneel aan op het bedieningspaneel in de kap,
plaats de kap op het apparaat en bevestig deze met de kapschroef.
Opmerking: De kabel van het bedieningspaneel mag niet bekneld of samenge-
drukt worden.
Alternatieve elektrische aansluiting
Voordat u het apparaat op het elektrische netwerk aansluit, moet u ervoor zorgen
dat de voeding is uitgeschakeld!
1. Open het vooraf bepaalde breekpunt (S) in het bovenste gedeelte van het
apparaat bij het reliëf door hard te drukken met een bot gereedschap (bijv.
Schroevendraaier). Als de elektrische verbindingskabel zichtbaar is, opent u de uit-
sparing aan de rechterkant van het onderste deel van de behuizing.
2. Snijd de doorvoertule uit de accessoiretas volgens de kabeldoorsnede.
Dimensioneer de opening in de doorvoertule iets kleiner dan de doorsnede van de
S
verbindingskabel om een optimale bescherming tegen water te bereiken. Plaats de
tuit in de opening. De beschermende doorvoertule moet worden gebruikt!
3. Mantel de verbindingskabel zodat de mantel door de doorvoertule in het inwendige
van het apparaat steekt. Neem het voorbereide apparaat in één hand en voer de
kabel met de andere hand door de doorvoertule.
4. Plaats het apparaat op de muurbeugel, steek de draadstang van de muurbeugel
door het gat in het apparaat en bevestig het apparaat.
5. Draai de bevestigingsschroef van de aansluitklem los. Verplaats de connector op de
bovenste voet en maak deze weer vast.
6. Strip de enkele draden van de verbindingskabel en verbind ze met de aansluitklem
volgens het schakelschema. Het apparaat moet worden aangesloten op de bescher-
mingsgeleider.
7. Sluit de kabel van het bedieningspaneel aan op het bedieningspaneel in de kap,
plaats de kap op het apparaat en bevestig deze met de kapschroef.
Opmerking: De kabel van het bedieningspaneel mag niet bekneld of samenge-
drukt worden.
Opmerking: Om IP25-spatbescherming te garanderen, moet de spatbeschermhuls
aan de onderkant van het apparaat worden geplaatst.
70