▶ Stel de laser zo op, dat de hellingshoek van de ondergrond zich binnen het bereik van de automatische
nivellering (± 10%) bevindt.
De laserstraal beweegt tijdens de automatische nivellering, om zich correct uit te richten.
Gedurende de uitrichtingsprocedure kan de laser niet worden bediend (duur: circa 30 seconden).
6.2
Doelplaat instellen
1. Plaats de benodigde doelplaat in de doelplaathouder.
2. Verschuif de doelplaat in de hoogte, tot de markeringspijl op de passende buisdiameter staat.
3. Fixeer de doelplaat met de bevestigingsbout.
4. Let er bij het opstellen van de doelplaat op dat de detectiestrepen in de richting van de laser wijzen.
5. Stel de doelplaat zo op dat de luchtbel in de waterpas op de houder zich exact in het midden bevindt.
6.3
Laser in- en uitschakelen
▶ Druk op de Aan/Uit-toets om de laser in of uit te schakelen.
6.4
Hellingshoek instellen
6.4.1
Hellingshoekwaarde direct invoeren
1. Schakel de laser in. → Pagina 43
2. Druk op de toets SET.
▶ De ingestelde waarde wordt weergegeven.
▶ Het ±-teken knippert.
3. Druk op de toets omhoog of omlaag, om het voorteken te kiezen.
4. Druk op de toets rechts, om naar de volgende plaats te wisselen.
5. Selecteer met de toetsen omhoog of omlaag een waarde.
6. Herhaal de stappen 4 en 5 voor alle overige plaatsen.
7. Druk ter bevestiging van het ingestelde waarde de toets SET in.
▶ De laserstraal richt zich op de ingestelde waarde.
▶ De weergave van de automatische nivellering en de laserstraal knipperen tijdens de uitrichting.
Wordt tijdens de instelling gedurende 15 seconden geen toets ingedrukt, dan wordt de actuele
instelling overgenomen.
6.4.2
Hellingshoek instellen door handmatige beweging van de laserstraal
De hellingswaarde kan ook direct via de beweging van de laserstraal worden ingesteld. Verzeker u ervan dat
de veiligheidsblokkering niet geactiveerd is.
1. Druk op de toets omhoog of omlaag.
▶ De laserstraal beweegt omhoog of omlaag.
▶ De weergegeven waarde op het display verandert overeenkomstig.
De hellingswaarde kan ook direct via de beweging van de laserstraal worden ingesteld. Zorg
ervoor dat de vergrendelingsfunctie niet geactiveerd is.
2. Om de laser in de nulpositie te bewegen, drukt u tegelijkertijd op de toetsen omhoog en omlaag.
De laserstraal beweegt onmiddellijk in de 00.000%-stand.
6.5
Straalpositie instellen
Stel de straalpositie in nadat u de hellingshoek hebt ingesteld. Verzeker u ervan dat de veiligheidsblokkering
niet geactiveerd is.
1. Druk op de toets rechts of links, om de straalpositie in te stellen.
▶ De laserstraal beweegt eerst langzaam. Wordt de toets ingedrukt te houden, dan versnelt de
uitrichting.
*2354475*
7
2354475
Nederlands
43