7.1
Kalibratie
7.1.1
Kalibratie controleren
1. Plaats de laserstraal op een hellingshoek van 00.000% (0 ‰).
2. Plaats een meetlat op een afstand van 1 m van de laser.
3. Plaats een tweede meetlat op een afstand van 60 m van de eerste meetlat.
4. Zet een nivelleerinstrument in het midden van de beide meetlatten en lees op beide latten de
hoogtewaarde af.
5. Noteer de waarden (x1 en x2) waarbij de laser de latten raakt.
6. Noteer de waarden (x3 en x4) die u met het nivelleerinstrument op de latten afleest.
7. Bereken het verschil tussen de aflezing van het nivelleerinstrument en de laser op de betreffende
meetlatten (A=x3x1 en B=x4x2).
▶ Als beide waarden identiek zijn, is de laser op de juiste manier is gekalibreerd.
▶ Wanneer de waarden van elkaar verschillen, moet de laser worden gekalibreerd. → Pagina 46
7.1.2
Laser kalibreren
1. Schakel de laser zo nodig uit.
2. Druk op de toets Aan/Uit, terwijl u de toets SET ingedrukt houdt.
▶ Op het display verschijnt de weergave 0 SET.
3. Druk op de toets SET.
▶ Op het display verschijnen na elkaar de weergaven INIT en LEVELING.
4. Stel de laserstraal af met de toetsen omhoog en omlaag, tot de waarden A en B identiek zijn.
5. Wanneer de afstelling is afgesloten, drukt u op de toets SET.
▶ Op het display verschijnt de weergave WAIT.
6. Wanneer de weergave + 00000 op het display verschijnt, drukt u nogmaals op de toets SET.
7. Herhaal de controle van de kalibratie. → Pagina 46
Wanneer de laser niet kan worden gekalibreerd, neem dan contact op met de Hilti Service.
7.2
Hilti meettechniek service
De Hilti meettechniek service voert de controle uit en zorgt bij een afwijking tevens voor de reparatie en de
hernieuwde controle van de specificatie-overeenstemming van het meetgereedschap door. De specificatie-
overeenstemming op het moment van de controle wordt schriftelijk bevestigd door het servicecertificaat.
Het wordt aanbevolen:
•
Een geschikt controle-interval overeenkomstig het gebruik kiezen.
•
Na een buitengewone belasting van het apparaat vóór belangrijke werkzaamheden, echter minstens
eenmaal per jaar een Hilti meettechniek service controle laten uitvoeren.
De controle door de Hilti meettechniek service ontslaat de gebruiker niet van de normale controle van het
meetgereedschap voor en tijdens het gebruik.
8
Transport en opslag van accugereedschap en accu's
Transport
ATTENTIE
Onbedoeld in werking treden tijdens transport !
▶ Vervoer het product altijd zonder aangebrachte accu's!
▶ Verwijder de accu('s).
▶ Tijdens het vervoer moet het product tegen overmatige schokken en trillingen worden beschermd.
Ernstige schokken en trillingen kunnen de nauwkeurigheid beïnvloeden.
▶ Transporteer de accu's nooit zonder verpakking. Tijdens het transport moeten de accu's tegen overmatige
schokken en trillingen worden beschermd en van alle geleidende materialen of andere accu's worden
geïsoleerd, zodat ze niet met andere accupolen in contact komen en kortsluiting veroorzaken. Houd de
lokale transportvoorschriften voor accu's in acht.
▶ Accu's mogen niet per post worden verzonden. Neem contact op met een transportonderneming
wanneer u onbeschadigde accu's wilt verzenden.
46
Nederlands
8
2354475
*2354475*