NL
Voor een instelbare tussenbevestiging langs de rail, of een bevestiging met
een afmeting h tussen 250 mm en 550 mm, gebruikt u de plafondbevesti-
gingsset ref.: 9014462
3.8
Bevestiging van de arm aan de deur en aan de
wagen
> > > Illustratie 12
VOORZICHTIG
Als de handgreep voor de ontkoppeling zich op een hoogte van meer dan
1,80 m bevindt, moet het touw worden verlengd om hem voor elke gebrui-
ker bereikbaar te maken.
1] Ontkoppel de wagen met behulp van de handmatige ontkoppeling.
2] Breng de wagen naar de deur.
3] Bevestig de arm aan de kram van de deur en aan de wagen.
OPMERKING
Opnieuw zagen van de arm
Paneeldeur: voor een optimale werking moet de arm een hoek van 45° vor-
men met de rail. Zaag de arm indien nodig opnieuw.
Kanteldeur: de arm niet zagen.
3.9
Instelling en bevestiging van de openingsstopper
> > > Illustratie 13
1] Ontkoppel de wagen met behulp van de handmatige ontkoppeling en
zet de deur in de geopende stand.
VOORZICHTIG
Controleer hierbij of het touw van het ontkoppelsysteem daarna niet kan
vasthaken aan een uitstekend deel van de auto (bijvoorbeeld een imperiaal).
OPMERKING
Open de deur niet zo ver mogelijk, de deur mag niet tot de aanslagen ko-
men.
2] Schuif de aanslag in de rail en draai hem dan 90°.
3] Plaats de aanslag tegen de wagen.
4] Draai de bevestigingsschroef voorzichtig vast.
VOORZICHTIG
Draai de bevestigingsschroef niet helemaal aan. Door te hard aandraaien
kan de schroef beschadigen en kan de aanslag los komen te zitten.
3.10 Montage van de kettingsteunen
> > > Illustratie 14
OPMERKING
Uitsluitend in geval van rails met een ketting. Deze steunen verminderen het
geluid van de ketting in de rail.
Plaats elk van de steunen in het eerste gat aan de buitenkant van de eindpun-
ten.
Zorg dat de steun zo ver ingeduwd is dat de centreernok buiten de rail uit-
steekt.
3.11 Controle van de spanning van de ketting of de
riem
> > > Illustratie 15
De rails worden geleverd met een vooraf ingestelde en gecontroleerde span-
ning. Stel, indien nodig, deze spanning af.
VOORZICHTIG
Het rubber of de spanveer mag nooit helemaal ingedrukt zijn tijdens de
werking.
4
SNEL IN BEDRIJF STELLEN
4.1
De spanning inschakelen van de installatie
> > > Illustratie 16
GEVAAR
Sluit de voedingskabel aan op een stopcontact dat hiervoor bedoeld is en
dat conform de elektrische eisen is.
18
Sluit de motorisatie aan op het lichtnet en schakel de spanning in op de in-
stallatie.
De ingebouwde verlichting knippert 3 keer en de LED "SET" knippert lang-
zaam.
OPMERKING
Positie van de antenne
Voor een optimaal ontvangstbereik moet de antenne uit de motorkap ste-
ken zoals aangegeven op de figuur.
4.2
Programmeren van de afstandsbedieningen voor
de werking met geheel openen
> > > Illustratie 17
OPMERKING
Bij de uitvoering van deze procedure voor een toets die al geprogrammeerd
is, wordt deze gewist.
1] Druk op de toets "PROG" (≈2 s) totdat de ingebouwde verlichting en de
LED PROG continu branden.
2] Druk tegelijk op de toetsen linksbuiten en rechtsbuiten van de af-
standsbediening totdat de LED knippert.
3] Druk op de toets van de afstandsbediening die het geheel openen van
de garagedeur aanstuurt.
ð De ingebouwde verlichting en de LED "PROG" knipperen 5 secon-
den.
ð De LED "PROG" knippert 5 seconden.
è De afstandsbediening is geprogrammeerd.
VOORZICHTIG
De afstandsbedieningen worden pas operationeel na de zelfprogrammering.
4.3
Instelling van het deurtype
> > > Illustratie 18
De parameter Px (deurtype) is standaard ingesteld op paneeldeur.
Px
Waarden
Als de motorisatie op een kanteldeur of een zijdeur is geïnstalleerd, verander
dan de waarde van de parameter Px zoals beschreven in de instructies in Ge-
bruik van de programmeringsinterface [} p.20].
4.4
Zelfprogrammering van de slag van de deur
Met de zelfprogrammering kunnen de snelheid, het maximale koppel en de
vertragingszones worden afgesteld.
OPMERKING
De vertragingszones tijdens het sluiten en openen zijn standaard ongeveer
20 cm.
In de vertragingszone mag de deur geen stroeve punten ondervinden.
VOORZICHTIG
De zelfprogrammering is een verplichte stap bij het in bedrijf stellen van de
motorisatie.
Tijdens de zelfprogrammering:
• de functie obstakeldetectie is niet actief. Verwijder elk voorwerp of
obstakel en zorg dat er niemand dichtbij komt of binnen het werkings-
bereik van de motorisatie komt.
• de veiligheidsingangen zijn actief.
• door een druk op de toets "SET", "+" of "-" wordt de zelfprogramme-
ring onderbroken.
• met de geprogrammeerde afstandsbedieningen kan de zelfprogram-
mering worden onderbroken.
WAARSCHUWING
Controleer aan het einde van de installatie altijd of de obstakeldetectie vol-
doet aan de vereisten van bijlage A van de norm EN 12453.
Copyright
Dexxo Smart 800 io / Dexxo Smart 1000 io
Deurtype
1: Paneel
2: Zij
3: Kantel
©
2021 SOMFY ACTIVITES SA. All rights reserved.