Verzekering van de voedingsleiding (bijvoorbeeld
installatieautomaat, NH-zekering)
n Nationale voorschriften moeten in acht
worden genomen (bijvoorbeeld
IEC 60364‑7‑722 (in Duitsland
DIN VDE 0100‑722)).
n De zekering van de voedingsleiding
moet o.a. met inachtneming van de type-
plaat, het gewenste laadvermogen en de
voedingsleiding (leidinglengte, diameter,
aantal buitenste geleiders, selectiviteit)
aan het product worden aangepast.
n Voor AMTRON® Compact 2.0s 11 geldt:
de nominale stroom van de zekering
voor de voedingsleiding mag maximaal
20 A bedragen (met C-karakteristiek).
n Voor AMTRON® Compact 2.0s 22 geldt:
de nominale stroom van de zekering
voor de voedingsleiding mag maximaal
40 A bedragen (met C-karakteristiek).
Arbeidsstroomactiveringsschakelaar
u Controleren, of een arbeidsstroomactiverings-
schakelaar in het land van gebruik is voorge-
schreven.
1 "2.2 Beoogd gebruik" [} 3]
n De arbeidsstroomactiveringsschakelaar
moet naast de installatieautomaat zijn
aangebracht.
n De arbeidsstroomactiveringsschakelaar
en de installatieautomaat moeten com-
patibel t.o.v. elkaar zijn.
5.3
Product vervoeren
LET OP
Materiële schade door ondeskundig transport
Botsingen en schokken kunnen het product be-
schadigen.
u Botsingen en schokken vermijden.
u Product tot de opstellingslocatie ingepakt ver-
voeren.
u Een zachte ondergrond gebruiken voor het
neerzetten van het product.
5.4
Product openen
De werkzaamheden in dit hoofdstuk mogen
alleen door een elektromonteur worden uit-
gevoerd.
Afb. 5: Product openen
In de uitleveringstoestand is het bovenstuk van de
behuizing niet vastgeschroefd. De schroeven zijn
inbegrepen in de leveringsomvang.
u Schroeven eventueel losdraaien.
u Bovenstuk van de behuizing naar beneden
klappen.
NL
15