Ontluchting oliereservoir activeren
Draai de sluitschroef eruit.
Meegeleverde olievulschroef erin
schroeven.
Apparaatkap sluiten.
Toebehoren monteren
Straalbuis met handspuitpistool verbin-
den.
Sproeier met schroefverbinding voor
sproeikop monteren op de straalpijp.
Schroef de hogedrukslang op het hand-
spuitpistool vast.
Hogedrukslang vastschroeven aan de
hogedrukaansluiting.
Kabel-/slangopbergvak monteren
Indien nodig meegeleverde kabel-/
slangopbergvak aan de muur monte-
ren.
of
Afbeelding
Meegeleverde kabel-/slangopbergvak
aan de onderkant van het apparaat
aanbrengen.
Houder voor handspuitpistool
bevestigen
Instructie:
Niet alle apparaatvarianten zijn uitgerust
met de houder voor het handspuitpistool.
Afbeelding
Houder bevestigen
Inbedrijfstelling
Elektrische aansluiting
GEVAAR
Verwondingsgevaar door elektrische schok
Apparaat uitsluitend aansluiten op wissel-
stroom.
Het apparaat moet zeker met een stekker
aangesloten worden op het elektriciteits-
net. Een niet-scheidbare verbinding met
het stroomnet is verboden. De stekker
dient voor de netscheiding.
Verlengingskabel met een voldoende grote
diameter gebruiken (zie „Technische gege-
vens") en volledig van de kabeltrommel
wikkelen.
Aansluitwaarden zie typeplaatje/Techni-
sche gegevens.
HD 7/11-4 Cage:
WAARSCHUWING
De maximaal toegelaten impedantie aan
het elektrische aansluitpunt (zie Techni-
sche gegevens) mag niet overschreden
worden.
In geval van onduidelijkheden in verband
met de netimpedantie aan uw aansluitpunt
neemt u best contact op met uw electrici-
teitsmaatschappij.
Wateraansluiting
Aansluiting aan de waterleiding
Conform de geldige voorschriften
mag het apparaat nooit zonder sy-
steemscheider aan het drinkwater-
net gebruikt worden. Vergewis u
ervan dat de aansluiting van uw huiswater-
installatie waarop de hogedrukreiniger
werkt, uitgerust is met een systeemschei-
der conform EN 12729 type BA.
Water dat door een systeemscheider is ge-
stroomd, wordt als niet drinkbaar geclassi-
ficeerd.
VOORZICHTIG
Sluit de systeemscheider altijd aan de wa-
tertoevoer en nooit direct aan het apparaat
aan.
Aansluitwaarden zie Technische gege-
vens.
– 6
NL
57