Maak de kabel van de versnelling indien
nodig los door de langwerpige afstelschroef
te draaien en deze vervolgens aan te draaien
tot de gewenste instellingen d.m.v. van de
kortere contramoer.
De motor starten
Draai de aan/uit-knop (6) naar de stand ON.
Als de temperatuur onder het vriespunt
komt, drukt u 2-3 keer op de primer (a).
Duw de benzinekraan (d) helemaal naar
rechts.
Duw de gasklep (c) helemaal naar links.
Duw de versnelling (b) helemaal naar rechts.
Trek de handgreep voor de startmotor (5)
naar buiten tot u weerstand voelt. Trek nu
hard aan de handgreep voor de startmotor
om de motor te starten.
a
c
Zorg dat de handgreep voor de startmotor
niet terugslaat op de motor. Geleid deze
langzaam terug.
Als de motor is gestart, duwt u de gasklep
geleidelijk helemaal naar rechts en beweegt
u de versnelling rond de middelste stand
terwijl de motor geleidelijk opwarmt.
Pas de snelheid van de motor aan d.m.v. de
versnellingshendel.
De motor uitschakelen
Beweeg de versnelling naar de laagste stand.
Draai de aan/uit-knop naar de stand OFF. De
motor wordt uitgeschakeld.
De werkhoogte aanpassen
De steunwielen (9) helpen bij het
ondersteunen en besturen van de machine,
maar worden ook gebruikt om de afstand
tussen de borstel en de grond aan te passen.
Gebruik de hoogte-afstelknoppen (12) om de
veegmachine aan de gewenste werkhoogte
aan te passen.
b
d
97
NL