Stand
Min-1
7
21.000
6
19.500
5
18.000
4
15.800
3
13.000
2
10.400
1
8.000
Freesdiepte instelling
Let op: Om de machine op een bepaalde diepte te vergrendelen, duwt u de kop naar beneden
en draait u de inval vergrendelhendel (16) naar beneden. Dit zal de freeskop in deze positie
vasthouden.
• Er zijn drie methoden om de freesdiepte in te stellen, afhankelijk van de vereiste nauwkeurigheid
en controle:
Vrije invaldiepte verstelling
1. Vrije invaldiepte verstelling kunnen met de vrije inval selectieknop (26) gemaakt worden. Druk
de inval selectieknop in de draaihandvat (25) in tot deze binnenwaarts vastklikt en de invalmodus
activeert (Fig. I).
2. Geef de inval vergrendelhendel (16) vrij en duw het lichaam van de freesmachine tot op de
gewenste diepte, waarna u de inval vergrendelhendel opnieuw vastzet (Fig. VIII).
Draaihandvat verstelling
1. Invaldiepte verstellingen zijn te maken door het draaien van het draaihandvat (25)
2. Ontgrendel de inval selectieknop (26) en zorg ervoor dat de knop evenwijdig aan het handvat ligt
3. Om het handvat te verlossen, trekt u de koppelring (24) naar binnen (Fig. II)
4. Verlos de inval vergrendelhendel (16) en draai het handvat tot de gewenste diepte bereikt is.
5. Verlos de koppelring en vergrendel het handvat (Fig. VIII)
Micro-verstelknop
BELANGRIJK: Alleen te gebruiken in de vrije inval draaihandvat (25) verstelstand.
1. Ontgrendel de diepteverstelling selectieknop (26) en zorg ervoor dat de inval vergrendelhendel
(16) ontgrendeld is.
Let op: Als de micro-verstelknop (21) gedraaid wordt terwijl de blokkeerhendel vergrendeld is,
begint de micro verstelknop te ratelen en verandert de freesdiepte niet.
2. Draai de verstelknop (Fig. VII) rechtsom om de freesdiepte te vergroten en linksom om de
freesdiepte te verkleinen. Stel de gewenste snijdiepte in.
Let op: Wanneer het einde van het diepte instelbereik is bereikt, draait de microdraaier zwaarder
en begint hij te ratelen.
3. Vergrendel de vergrendelhendel (Fig. VIII), vooral voor zwaar freeswerk.
Dieptestop en revolverstop
1. De dieptestop (4) en revolver stop (3) worden gebruikt voor een nauwkeurige opzet op drie
verschillende freesdieptes
2. Draai de dieptestop vergrendelknop (7) los, trek de dieptestop (4) volledig in en draai de
vergrendelknop weer vast (Fig. V).
3. Stel de revolver op de gewenste freesdiepte met gebruik van de schaalverdelingen op de revolver
(Fig. VI)
Let op: Voor het aanpassen van de revolvers, draait u volledige revolversamenstelling om deze uit
te lijnen met de dieptestop
4. Met de gewenste diepte op de ashals (5), verstel de vrije invaldiepte tot de punt van het freesbit
het werkstuk raakt
5. Draai de revolver tot de vaste revolver in lijn valt met de dieptestop.
6. Stel de invaldiepte in op nul door de dieptestop los te laten, en span de dieptestopborgknop
opnieuw aan.
7. Draai de revolver stops totdat de revolver met de gewenste invaldiepte is uitgelijnd met de
dieptestop
Frees diameter
Tot op 25 mm (1")
Tot op 25 mm (1")
25-50 mm (1"-2")
50-65 mm (2 – 2-1/2")
Meer dan 65 mm (2-1/2")
Meer dan 65 mm (2,5") / Gebruik alleen wanneer
brandplekken verschijnen
Gebruik alleen wanneer brandplekken verschijnen
Het maken van een freessnede
Let op: Hanteer de machine nooit uit de vrije hand zonder enige vorm van geleiding. Een geleiding
kan voorzien worden door een lager-geleide freesbitcutter, een rechte rand (Fig. XVII), of door de
geleidingen, zoals de geleiding (47) (Fig. XVIII) (niet bij alle modellen meegeleverd).
Opmerking: Wanneer met een rechte rand (Fig. XVII) gefreesd wordt, berekent u de positie van de
vereiste snede in het werkstuk door de afstand te controleren van het centrum van de cutter tot aan
de buitenste rand van de freesbasis (2) (Fig. XVI).
1. Houd de machine te allen tijde met beide handen bij de handvaten vast. Zorg ervoor dat het
werkstuk niet kan bewegen. Gebruik klemmen wanneer mogelijk.
2. Laat de machine volledig op snelheid komen
3. Verlaag het freesbit in het werkstuk en houdt de basisplaat (1) te allen tijde vlak op het werkstuk
4. Bij randfrezen dient de snede aan de linker zijde van het werkstuk gemaakt te worden
(Fig. XV / A-D).
5. Houd een constante druk en geleid het freesbit rustig door het werkstuk. Knopen en andere
houtvariaties vertragen het proces
Let op: Om het breken van het freesbit te voorkomen (Fig. XV / B en C), freest het bit linksom bij
externe sneden en rechtsom bij interne sneden (Fig. XV / D).
Let op: Het te snel bewegen van de machine resulteert in slechte kwaliteit sneden en overbelasting
van de motor. Te langzame beweging resulteert in oververhitting van het werkstuk
Let op: Bij normaal gebruik van de machine verlaagt u het freesbit nadat de machine is
ingeschakeld
Let op: Gebruik de machine niet ondersteboven tenzij de machine juist gemonteerd is op een
geschikte freestafel
Het maken van meerdere doorgangen
1. De revolver stop (3) laat de maximale freesdiepte in een door de gebruiker vastgestelde aantal
stappen bereikt worden. Elke stap kan vooraf ingesteld worden door het aanpassen van de
duimschroef op de revolver (Fig. VI)
2. Draai de revolver stop zodat de dieptestop (4) de hoogste vooraf ingestelde revolver raakt
wanneer de bovenfrees zakt. De eerste snede kan nu gemaakt worden
3. Draai de revolver stop en blijf doorgangen maken tot de volledige gewenste freesdiepte bereikt is
Cirkelfrezen
1. Breng de verlengde basisplaat (46) zonder de geleiding (47) aan op de freesmachine (zie
"Installatie verlengde basisplaat en geleiding")
2. Verwijder de cirkel freesbasis (45) van de verlengde basisplaat door de bout en de vleugelmoer
los te maken en door zowel de bovenplaat (Fig. XIX - A) en de onderplaat (Fig. XIX - D) te
verwijderen.
3. Selecteer een combinatie van positioneergaten bovenplaat (Fig. XIX - B) en positioneergaten
onderplaat (Fig. XIX - C)
Opmerking: Er zijn 2 gaten in de boven- en onderplaten die kunnen gebruikt worden om de lengte
van de cirkel freesbasis en zodoende de straal van de te snijden cirkel te wijzigen. Daarenboven kan
de oriëntatie van de bovenplaat 180° gedraaid worden, teneinde bijkomende opties te creëren.
4. Plaats de bout van de middelpuntmontage (XIX - F) in het geselecteerde positioneergat in de
onderplaat.
5. Bevestig de onderplaat op het werkstuk door gebruik te maken van een kleine spijker of schroef
die u door het middelpuntgat aanbrengt (Fig. XIX - E) in het middelpunt van de gewenste cirkel.
Laat de bout van de middelpuntmontage op zijn plaats (Fig. XX)
6. Breng de freesmachine en de basis omlaag over de bout van de middelpuntmontage, en breng
de ring en de vleugelmoer (Fig. XIX) opnieuw aan. Niet aanspannen
7. Schuif de cirkel freesbasis langs de lengte van de montagesleuf in de basisplaat, om de extract
gewenste straal van de te creëren cirkel te realiseren
Opmerking: Indien onmogelijk is om de correcte straal te realiseren, dient u een verschillende
combinatie van positioneergaten en van de oriëntatie van de bovenplaat te selecteren – zie 3
hierboven
8. Span de vleugelmoer aan om de cirkel freesbasis vast te zetten
9. Met de freesmachine UIT-geschakeld, roteert u de freesmachine langs het beoogde traject, om de
cirkel te controleren en om eventuele noodzakelijke aanpassingen door te voeren
10. Snijd de cirkel in meerdere doorgangen, waarbij de snijdiepte bij elke doorgang ongeveer 2 mm
wordt opgedreven
WAARSCHUWING: Probeer NIET om diepe sneden in een enkele doorgang uit te voeren.
• Doorgaande sneden: wanneer u volledig door het materiaal freest, moet u een offerplaat aan de
onderzijde van het werkstuk voorzien. Snij de cirkel met overmaat, en wanneer de doorgaande
snede volledig is uitgevoerd, reduceert u de diameter en werkt u terug naar de vereiste maat,
waarbij gebruik dient gemaakt te worden van lichte doorgangen over de volledige diepte.
Mal-geleidebussen (Fig. XXI)
• Verschillende geleide bussen zijn verkrijgbaar voor mal frezen.
• Accessoire sets zijn verkrijgbaar bij uw Triton handelaar
• Zie " Installatie van geleidingsmontageplaat en geleidebussen"
NL
EN
21
21