Mogelijke observaties en te ondernemen acties worden hieronder
vermeld:
• Als de patiënt snel loopt en u merkt dat de hiel te veel omhoog komt,
verhoogt u de zwaaiflexieweerstand door ventiel "F" naar rechts te
draaien, totdat de hiellift is genormaliseerd.
• Voor een soepele aanpassing van de flexieweerstand tussen 0° en 60°
draait u ventiel "H" naar rechts of naar links om de weerstand
respectievelijk te verhogen of te verlagen.
Stel daarna de extensie af om de looppas te harmoniëren.
• Verhoog de zwaai-extensieweerstand door ventiel "E" naar rechts te
draaien, totdat de eindaanslag bij volledige extensie minder is.
Tijdens volledige extensie moet de patiënt een kleine bult voelen.
• Stel ventielen "F" en "E" af tot een soepel en veilige looppatroon
wordt bereikt voor langzaam en snel lopen.
Let op: de ventielen mogen nooit volledig gesloten zijn. Het te strak
aandraaien van ventielen of het buigen van de knie met alle ventielen
volledig gesloten kan de ventielen beschadigen.
Waarschuwing: de kleppen moeten altijd zo worden afgesteld dat
volledige knie-extensie mogelijk is. Een te grote weerstand bij de zwaai-
extensie voorkomt dat de knie in volledige extensie komt en kan de
houding onveilig maken.
Opmerking: Over het algemeen is het niet nodig om klep 'H' af te stellen,
tenzij de loopsnelheid van de patiënt laag is en de hiel overmatig
omhoog komt. Klep 'H' is bedekt met een zelfklevend label aan de
rechterkant van de hydraulische behuizing van het hulpmiddel (8H).
Bumperverstelling
Probeer indien nodig verschillende bumpers en kies degene die het beste
past bij de behoefte van de patiënt.
De uiteindelijke bumperselectie kan verschillen van de aanvankelijke
selectie op basis van het gewicht van de patiënt (raadpleeg de vorige
sectie: Bumperselectie).
Het koppel dat nodig is om de geometrische vergrendeling en de
standflexiebeweging los te maken:
• neemt toe bij gebruik van een zachte bumper, en
• neemt af bij gebruik van een stevige bumper.
Afhankelijk van welke voet is geselecteerd, combineer:
• een zachtere bumper met zachte hakken, en
• een stevigere bumper met stevige hakken.
Hoogteverstelling bumper
Er wordt een dunne plastic plaat of een opvulplaatje (af b. 7C) onder de
bumper geplaatst (7A,7B) om de hoogte aan te passen. Er zijn twee
soorten opvulplaatjes:
• Grijs: 0,38 mm dik, en
• Transparant: 0,76 mm dik (het hulpmiddel wordt geleverd met het
transparante opvulplaatje geïnstalleerd).
Het toevoegen van opvulplaatjes verandert het ontgrendelpunt van de
geometrische vergrendeling die knieflexie mogelijk maakt tijdens de
zwaaifase. Het aanpassen van de hoogte van de bumper beïnvloedt de
kniestabiliteit en het gemak van lopen en zitten:
95