Leg de planken op de kant van de pal-
let. Plaats de planken zo, dat ze voor de
wielen van het apparaat liggen. Beves-
tig de planken met de schroeven.
De in de verpakking bijgevoegde bal-
ken voor ondersteuning van de helling
gebruiken.
Houten blokken voor het vastzetten van
de wielen verwijderen en onder de hel-
ling schuiven.
Apparaat over de zo verkregen helling
van de pallet duwen.
Het apparaat kan op 2 manieren bewogen
worden:
(1) Apparaat schuiven (zie veegmachine
zonder zelfaandrijving bewegen).
(2) Apparaat verrijden (zie veegmachine
met zelfaandrijving bewegen).
Veegmachine zonder
zelfaandrijving bewegen
Gevaar
Verwondingsgevaar! Voor het inleggen
vande vrijloop moet het apparaat beveiligd
worden tegen wegrollen.
Apparaatkap openen.
Vrijloophefboom in de bovenste positie
laten vastklikken.
Instructie: Wanneer de vrijloophef-
boom niet vastgeklikt kan worden, het
apparaat lichtjes naar voren en naar
achteren bewegen.
Stand vrijloophefboom omhoog - apparaat kan
verschoven worden (achteraanzicht)
Voorzichtig
Beschadigingsgevaar van de hydrostati-
sche asaandrijving!
Veegmachine slechts langzaam en kleine
eindjes verschuiven.
Rijaandrijving is buiten werking.
–
Remwerking is niet meer voorhanden.
–
Na het verschuiven van het apparaat de
vrijloophefboom in de onderste positie
laten vastklikken.
Apparaatkap sluiten.
64
Veegmachine met zelfaandrijving
bewegen
Apparaatkap openen.
Vrijloophefboom in de onderste positie
laten vastklikken.
Stand vrijloophefboom omlaag - apparaat is rij-
klaar
Apparaatkap sluiten.
Inbedrijfstelling
Algemene aanwijzingen
Instructie: Het apparaat is uitgerust met
een automatische parkeerrem die na het
uitzetten van de motor en bij het verlaten
van de stoel geactiveerd wordt.
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Contactsleutel uitnemen.
Vóór de start/veiligheidscontrole
Onderhoudswerkzaamheden
Motoroliepeil controleren.
Vulpeil brandstoftank controleren op de
tankweergave.
Vulpeil van de hydraulische olie contro-
leren.
Zijbezems controleren.
Veegwals op slijtage en ingedraaide
banden controleren.
Veeggoedcontainer legen.
Luchtdruk banden controleren.
Zitcontactschakelaar op functionaliteit
controleren.
Controleren of stop-schakelaar op de
verbrandingsmotor in de stand „ON"
staat.
Instructie: Beschrijving zie hoofdstuk Re-
paraties en onderhoud.
Tanken
Gevaar
Explosiegevaar!
Tank allen bij een uitgeschakelde mo-
–
tor.
Uitsluitend de in de gebruiksaanwijzing
–
aangegeven brandstof mag worden ge-
bruikt.
Niet in gesloten ruimtes tanken.
–
Roken en open vuur is verboden.
–
Let erop dat er geen brandstof op hete
–
oppervlakken komt.
5
-
NL
1 Tanksluiting
2 Tankweergave
3 Brandstofkraan
Motor uitzetten.
Apparaatkap openen.
Vulpeil aflezen op de tankweergave.
Het rode bereik geeft het vulpeil aan.
Tankdop openen.
Trechter met filter gebruiken en aan-
brengen.
'Normale loodvrije benzine' tanken.
Tankvulling bij lege tank ca. 5 liter.
Overgelopen brandstof afvegen, trech-
ter verwijderen en tankdop sluiten.
Apparaatkap sluiten.
Werking
Voorzichtig
Beschadigingsgevaar van de aandrijving!
Voor elke rit garanderen dat de vrijloophef-
boom in de onderste stand staat.
Voorzichtig
De luchtaanzuigopeningen achter de
chauffeursstoel mogen niet afgedekt wor-
den. Er mogen geen voorwerpen naast of
achter de stoel neergelegd worden.
Waarschuwing
Langere gebruiksduur van het apparaat
kan door de vibraties leiden tot doorbloe-
dingstoornissen in de handen.
Een algemeen geldende duur voor het ge-
bruik kan niet vastgelegd worden aange-
zien die afhangt van verschillende factoren:
persoonlijke neiging tot slechte door-
–
bloeding (vaak koude vingers, kriebe-
len van de vingers).
Stevig vasthouden hindert de doorbloe-
–
ding.
Ononderbroken werking is slechter dan
–
een werking met pauzen.
Bij een regelmatig, langdurig gebruik van
het apparaat en bij herhaaldelijk optreden
van die symptomen (bijvoorbeeld kriebelen
van de vingers, koude vingers) bevelen wij
een medisch onderzoek aan.
Chauffeursstoel instellen
Hefboom stoelverstelling naar binnen
trekken.
Stoel verschuiven, hefboom loslaten en
vastzetten.
Door vooruit- en terugbewegen van de
stoel controleren of hij vast zit.